Skillreporter – Laerdal Resusci Anne CPR-D User Manual
Page 66
66
De registreerfunctie
Registreren is noodzakelijk om een rapport te kunnen afdruk-
ken. Registreren kan gebeuren met de SkillReporter aan de pop
verbonden, of zonder dat de SkillReporter aan de pop vastzit.
Registratie kan op twee manieren gestart worden:
- door aan de zijkant van de pop de “aan/uit”-knop en de
“LOG”-knop in te drukken. U ziet aan beide knoppen een
groen lichtje oplichten;
- door op de SkillReporter de “aan/uit”-knop en de “LOG”-
knop in te drukken. U ziet aan beide knoppen een groen
lichtje oplichten.
Om de registratie functie aan te zetten op de SkillReporter
moet u deze eerst aansluiten op de oefenpop (de SkillReporter
heeft geen interne stroomvoorziening).
Om de registratie functie uit te zetten druk dan voor de tweede
keer op de “LOG”-knop. De gegevens van de reanimatie-oefe-
ning zijn nu geregistreerd. U kunt ze herhaaldelijk afdrukken, en
dit tot de registratie van een volgende oefening.
Een rapport afdrukken
Kort rapport D
Het kort statistisch verslag kunt
u enkel afdrukken nadat de
data van de reanimatie-oefening
geregistreerd zijn. Daartoe dient
u de “short print”-knop in te
drukken. Het moment waarop
u de “short print”-knop indrukt
bepaalt de lengte van het verslag:
- indrukken tijdens het reg-
istreren van een scenario: een
kort statistisch verslag van de
oefening over de periode van
het indrukken van de “short
print”-knop zal gedrukt
worden;
- indrukken na het registreren
van een scenario: een kort
statistisch verslag van de gehele
oefening zal gedrukt worden.
SkillReporter
Een volledige en objectieve feed-
back tijdens de oefening helpt
de ontwikkeling en versterkt
de reanimatievaardigheden. De
SkillReporter heeft een ingebouwde metronoom (B) die een
tempo aangeeft van 80 of 100 slagen/minuut, en geeft feedback
aan de instructeur en de cursist. De LED’s geven de kwaliteit van
de reanimatiehandelingen weer. De SkillReporter geeft de moge-
lijkheid om tijdens de oefening een rapport af te drukken.
In overeenkomst met de reanimatierichtlijnen van 2010 dient een
setting van 100 slagen per minuut te worden gebruikt.
Het gebruik
U kunt de SkillReporter op twee manieren aanzetten:
- door op op de SkillReporter de aan-uitknop (A) in te drukken;
- door aan de rechterzijde van de oefenpop de aan-uitknop in
te drukken. Waarschuwing - Zorg ervoor dat de borsthuid op de
juiste manier is bevestigd vooraleer u de SkillReporter en/of reanima-
tieoefenpop aan zet. Door de knop opnieuw in te drukken scha-
kelt u de SkillReporter uit. De LED lampjes van de SkillReporter
geven u een directe feedback over polscontrole, hartmassage en
beademing.
De SkillReporter en de oefenpop
schakelen zichzelf automatisch
uit na: - 10 minuten als er geen
registratie meer gebeurde;
- 60 minuten als de logfunctie
geactiveerd (C) is.
Noot: U kunt de handelingen
vaneen reanimatieoefening registreren zonder dat de
SkillReporter aangesloten is op de Resusci Anne reanimatie-
oefenpop. Met de logfunctie kan u het interne geheugen van de
Resusci Anne reanimatieoefenpop activeren. Deze registreert
alle reanimatiehandelingen. Als u de SkillReporter na de oefening
op de reanimatieoefenpop aansluit kan u een verslag printen.
A C
Licht
Indicatie
Limieten*
Inflatievolume:
geel
onvoldoende <0.5 l
groen
voldoende
0.5 l - 0.8 l
oranje
te veel
>0.8 l
Compressiediepte:
geel
onvoldoende < 50 mm
groen
voldoende
50 mm
Let op! De indicator voor maximum compressiediepte is gedesactiveerd op
dit product. Dit in overeenstemming met de reanimatierichtlijnen van 2010.
Te snelle inflatie:
rood
Correcte beademing < 1 sec.
Verkeerde handpositie:
geel
Druk buiten het
accepteerbare gebied
(zij en bovenste
gedeelte)
rood
Druk buiten het
accepteerbare gebied
(lager center)
Pols
*Metingtolerantie in de pop: +/- 15 % bij normale kamertemperatuur.
De metingen zijn gebaseerd op de ILCOR-richtlijnen 2005.
Naam student:
________________________
Naam instructeur:
________________________
Tijdsduur van de zitting:
_____ min ____sec
Beademing
Gemiddelde volume per beademing
_____ ml
Gemiddeld aantal
beademingen/minuut
_____ /min
Minuten volume
_____ ml/min
Totaal aantal beademingen
_____
Correct
_____
Correct percentage
_____
Te veel
_____
Te weinig
_____
Te snel
_____
Compr./vent.verhouding
_____
Hartmassage
Gemiddelde diepte van indrukken
_____ mm
Gemiddeld aant. per minuut
_____ /min
Gemiddelde frequentie tijdens massage
_____ /min
Totaal aantal compressies
_____
Correct
_____
Correct percentage
_____
Te diep
_____
Niet diep genoeg
_____
Verkeerde handpositie
_____
Hand positie te laag
_____
Onvolledige ontspanning
_____
Defibrillatie (alleen CPR-D model)
Tijd tussen begin scenario
en 1e schok
____ min ____ sec
Tijd tussen hulproep
en 1e schok
____ min ____ sec
Tijd tussen aank. defib.
en 1e schok
____ min ____ sec
Indicatielampjes van de SkillReporter
Resusci Anne
SkillReporter
ResusciAnne