Enerpac P-Series User Manual
Page 42
5.5 Dubbelwerkende toepassingen met
handbediende 4-weg klep met 3 standen
Pompen met 4-weg regelkleppen zijn ontworpen om
dubbelwerkende cilinders te bedienen. Zie afbeelding
8 voor de klepstanden.
Afbeelding 8a
Afbeelding 8b
1. Plaats de hefboom op de 4-weg klep als volgt om
de werking te selecteren:
(A) Stroom naar poort "A"; poort "B" voert de
stroom terug naar het reservoir
(N) Neutraal; poort "A" en "B" zijn geblokkeerd
(B) Stroom naar poort "B"; poort "A" voert de
stroom terug naar het reservoir
Afbeelding 8c
2. Bedien de pomp om het werk uit te voeren.
3. Verander de stand van de klep naar behoefte.
WAARSCHUWING: Bedien de
dubbelwerkende cilinder alleen
wanneer beide slangen op de pomp zijn
aangesloten. Als één koppelstuk
onaangesloten blijft, wordt hoge druk opgebouwd
achter het koppelstuk, wat lichamelijk letsel en/of
schade aan het apparaat kan veroorzaken.
5.6 Afstellen van het ontlastventiel
Alle pompen hebben een in de fabriek ofgesteld
ontlastventiel om te hoge druk in het systeem te
voorkomen. Lagere drukinstellingen zijn mogelijk.
Neem contact op met uw erkende servicecentrum
van Enerpac.
6.0 VERWIJDEREN VAN LUCHT
Het verwijderen van lucht uit het hydraulische
systeem helpt de cilinder soepel uitschuiven en
terugtrekken. Zie afbeelding 9.
6.1 Pomp met enkelwerkende cilinder (A)
1. Ontlucht het pompreservoir (alleen bij pompen
met ontluchting) en sluit het ontlastventiel.
2. Stel de pomp hoger op dan de cilinder.
3. Plaats de cilinder met de plunjer naar beneden
(omhoog bij gebruik van een trekcilinder). Zie
afbeelding 9.
4. Bedien de pomp om de cilinder volledig uit te
schuiven (terug te trekken bij gebruik van een
trekcilinder).
5. Open het ontlastventiel om de cilinder terug te
trekken (uit te schuiven als het een trekcilinder
betreft). Hierdoor wordt de opgesloten lucht naar
boven naar het pompreservoir gestuwd.
6. Herhaal bovenstaande stappen zonodig.
7. Vul zonodig olie bij. Zie pagina 43.
8. Zet de ontlucht-/vuldop terug in de bedrijfsstand.
6.2 Pomp aangesloten op dubbelwerkende
cilinder (B)
1. Ontlucht het pompreservoir (alleen bij pompen
met ontluchting).
42
Figure 9
lucht
lucht