Buitenwerkingstelling, Onderhoud, Hulp bij storingen – Karcher BRC 45-45 C User Manual
Page 21
Nederlands
21
–
Sterk verontreinigde plaatsen vooraf in-
spuiten en de reinigingsoplossing 5 tot
10 minuten laten inwerken.
–
Altijd van licht naar schaduw (van ven-
ster naar deur) werken.
–
Altijd van het gereinigde naar het niet-
gereinigde oppervlak werken.
–
Hoe gevoeliger het materiaal (Oosters
tapijt, Berbers tapijt, stofbekleding), hoe
lager de reinigingsmiddelconcentratie.
–
Tapijten met juterug kunnen bij natte
reiniging krimpen en kleur verliezen.
–
Hoogpolige tapijten na de reiniging in
natte toestand in poolrichting opborste-
len (bv. met poolborstel of schrobber).
–
Het gereinigde oppervlak ter preventie
van drukplaatsen of roestvlekken pas
betreden of de meubelen pas terug-
plaatsen na de droging.
–
Bij de reiniging van vooraf met shampoo
behandelde tapijten ontstaat schuim in
het vuilwaterreservoir. In dat geval
schuim Tex RM 761 in het vuilwaterre-
servoir gieten.
Î Hoofdschakelaar op "OFF" zetten.
Î Tank met vuil water ledigen.
Î Aftapslang schoon water van de slang-
nippel trekken en reinigingsmiddel afla-
ten.
Î Schoonwaterreservoir vullen met ca. 4
liter heet water (max. 60°C) en sproei-
systeem doorspoelen door de toets Rei-
nigingsoplossing in te drukken.
Î Stekker uit het stopcontact trekken.
Î Aftapslang schoon water van de slang-
nippel trekken en reinigingsmiddel afla-
ten.
Î Zeef onder het schoonwaterreservoir en
in de koepel reinigen.
Î Vuilwaterreservoir met zuiver water uit-
spoelen.
Î Apparaat naar achteren kantelen en rei-
nigingskop en zuigbalk reinigen.
Bij kans op vorst:
Î De reservoirs voor schoon en vuil water
leegmaken.
Î Apparaat in een vorstvrije ruimte plaat-
sen.
ṇ
Waarschuwing
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Neem altijd vóór onderhouds- en/of repara-
tiewerkzaamheden de stekker uit het stop-
contact.
Dagelijks
Î Stroomkabel, verlengingskabel en slan-
gen voor elke inbedrijfstelling controle-
ren op beschadiging.
Î Borstelwalsen op zuiverheid controle-
ren, indien nodig reinigen.
Î Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
De borstels zijn versleten wanneer de
borstelharen dezelfde lengte hebben
als de gele indicatorborstels.
Î Koepel en afdichting op beschadiging
controleren.
Î Zuigbalken op vervuiling controleren, in-
dien nodig vervangen.
Î Sproeibeeld van de sproeier controleren.
ṇ
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar. Verstopte sproeier
nooit reinigen met een draad of een naald,
maar spoelen met heet water (zie „Hulp bij
storingen“)
Wekelijks
Î Slangen en afdichtingen controleren op
beschadiging. Defecte onderdelen laten
vervangen door de klantendienst.
Î Pompdruk van de waterpomp controle-
ren.
Î Zuigbalk op beschadigingen controleren.
Elk kwartaal
Î Koolborstels van de zuigturbine contro-
leren. Defecte onderdelen laten vervan-
gen door de klantendienst.
Î V-riem controleren. Defecte onderdelen
laten vervangen door de klantendienst.
Î Kabel op schuurpunten controleren.
Defecte onderdelen laten vervangen
door de klantendienst.
Î Het schoon- en vuilwaterreservoir leeg-
maken.
Î Apparaat naar achteren kantelen en op
het schoonwaterreservoir leggen.
Î De sproeier 90° tegen uurwijzerzin
draaien en uit de sproeierzitting nemen.
Î Nieuwe sproeier in de omgekeerde
volgorde terug monteren.
Î Het schoon- en vuilwaterreservoir leeg-
maken.
Î Apparaat naar achteren kantelen en op
het schoonwaterreservoir leggen.
Î Clip van de borstelwalsbevestiging naar
beneden drukken.
Î Borstelwalsen naar beneden uit de rei-
nigingskop nemen.
Î Nieuwe borstelwalsen uit walsdoorn in
de reinigingskop schuiven en naar bo-
ven in de clip drukken tot deze hoorbaar
vergrendelt.
Waarschuwing
Bij de inbouw van de borstelwalsen op de
juiste schikking letten. De zwarte borstel-
wals zit in de reinigingskop, de witte borstel-
wals zit aan de buitenkant.
ƽ
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat
netstekker eruit trekken.
Elektrische componenten alleen laten con-
troleren en herstellen door een geautori-
seerde klantendienst.
Bij storingen die in dit hoofdstuk niet ver-
meld worden, in geval van twijfel en indien
uitdrukkelijk vermeld, moet een geautori-
seerde klantendienst geraadpleegd wor-
den.
Î Steek de netstekker in de contactdoos.
Î Zekering van het gebouw controleren.
Î Zekeringen zuigturbine op het bedie-
ningspaneel resetten.
Î Zuigbalk reinigen.
Î Afdichting aan de koepel controleren,
reinigen of vervangen.
Î Vuilwaterreservoir leegmaken.
Î Zuigslang correct aan de koepel inste-
ken.
Î Zuigslang op beschadiging controleren.
Î Hoofdschakelaar op normale modus
zetten.
Î Schoonwaterreservoir met heet water
(max. 60°C) vullen en sproeier spoelen.
Indien nodig de sproeier vervangen (zie
„Onderhoudswerkzaamheden/Sproeier
vervangen“).
Î Schoonwaterreservoir vullen.
Î Zeef onder het schoonwaterreservoir
reinigen.
Î Hoofdschakelaar op normale modus
zetten.
Î Zekering borstelaandrijving op het be-
dieningspaneel resetten.
Î Aandrijfriem controleren, indien nodig
vervangen.
Î Versleten sproeier vervangen door een
nieuwe (zie „Onderhoudswerkzaamhe-
den/Sproeier vervangen“).
Reinigingstips
Buitenwerkingstelling
Reiniging van het apparaat
Vorstbescherming
Onderhoud
Onderhoudsintervallen
Onderhoudswerkzaamheden
Sproeier vervangen
Vervangen van de borstelrol
Hulp bij storingen
Apparaat werkt niet
Zuigturbine start niet
Onvoldoende zuigcapaciteit
Er komt geen water uit de spuitkop
Borstel draait niet
Tapijt wordt te nat