Lexibook DJ023 Series User Manual
Page 68

DEUTSCH
68
NEDERLANDS
68
4. Druk op de sluitertoets om te starten met het opnemen van video’s. De
opnameduur wordt op het LCD-scherm weergegeven.
5. Druk nogmaals op de sluitertoets om de opname te stoppen en de video
automatisch in AVI-formaat op te slaan.
6. Om terug te keren naar “Single shooting” (“Eén foto maken”) modus, herhaal stap
1 en 2 en druk herhaaldelijk op de sluitertoets totdat het
symbool op het scherm
wordt weergegeven. Druk dan op de “Power/Mode” (“Stroom/modus”) toets om naar
de cameramodus terug te keren.
Opmerking:
• De flits werkt niet in de videomodus.
• U kunt Media Player of Quick time (niet meegeleverd op de software CD)
gebruiken om uw AVI-bestanden op uw computer af te spelen.
AFSPEELMODUS
Uw bestanden bekijken
1. Schakel de camera in en druk op de “Playback mode” (“Afspeelmodus”) toets.
2. Gebruik de “Up” (“Omhoog”) en “Down” (“Omlaag”) toets om uw foto’s en video’s
te doorlopen (het
symbool wordt in de linkerbovenhoek van het scherm
weergegeven).
3. Druk op de sluitertoets om een video te starten of te stoppen.
4. Druk te allen tijde op de “Playback mode” (“Afspeelmodus”) om naar de
cameramodus teug te keren.
Opmerking: “No Photo” (“Geen foto”) verschijnt wanneer er geen foto’s of video’s
zijn opgeslagen.
Bestanden verwijderen
1. In de afspeelmodus, gebruik de ”Up” (“Omhoog”) of “Down” (“Omlaag”) toets om
de gewenste foto of video weer te geven en druk dan op de “Power/Mode” (”Stroom/
modus”) toets.
2. Druk op de “Up” (“Omhoog”) of “Down” (“Omlaag”) toets om “Yes” (“Ja”) te
selecteren en druk op de sluitertoets om te bevestigen en de foto of video te
verwijderen.
DE BEELDKWALITEIT SELECTEREN
1. Druk eenmaal op de “Power/Mode” (“Stroom/modus”) toets en gebruik dan de
“Up” (“Omhoog”) en “Down” (“Omlaag”) toets om het “Image quality”
(“Beeldkwaliteit”) symbool te selecteren.
2. Druk herhaaldelijk op de sluitertoets om de gewenste beeldkwaliteit te selecteren.
Er zijn 2 kwaliteitniveau’s:
Hoge kwaliteit (standaardmodus).
Lage kwaliteit.
3. Druk op de “Power/Mode” (“Stroom/Modus”) toets om naar de cameramodus
terug te keren.
DE LICHTBRONFREQUENTIE SELECTEREN
Een hogere frequentie doet de sluitersnelheid van de camera toenemen waardoor
het effect van lichtfluctuaties veroorzaakt door lichtbronnen zoals TL-lampen wordt
beperkt.
1. Druk eenmaal op de “Power/Mode” (“Stroom/modus”) toets en gebruik dan de
“Up” (“Omhoog”) en “Down” (“Omlaag”) toets om het “Frequency” (“Frequentie”)
symbool te selecteren.
2. Druk herhaaldelijk op de sluitertoets om de gewenste frequentie te selecteren.
“50HZ” of “60HZ”.
3. Druk op de “Power/Mode” (“Stroom/Modus”) toets om naar de cameramodus
terug te keren.
VIDEOCLIPS OPNEMEN (Videomodus)
1. Druk op de “Power/Mode” (“Stroom/modus”) toets.
2. Druk herhaaldelijk op de sluitertoets totdat het videosymbool
op het scherm
wordt weergegeven.
3. Druk nogmaals op de “Power/Mode” (“Stroom/modus”) toets om naar video te
gaan.