beautypg.com

RIDGID KJ-3100 User Manual

Page 98

background image

KJ-2200/KJ-3100 rioolreinigingsmachines

96

oorzaakt een uitgesproken variatie in de waterdruk

waardoor de slang begint te trillen en gemakkelijker

voorwaarts beweegt.

1. Draai de pulsbedieningshendel rechtsom in de stand

“Pulse”. In pulsmodus geeft de drukmeter minder dan

de maximale druk aan. Dat is normaal.

Figuur 16 – Stand van pulsbedieningshendel

DRUK

PULS

2. Duw de slang indien nodig met korte, krachtige sto-

ten in de afvoer draai met de slang om de spuitkop

door de obstructie te helpen.

3. Eenmaal de obstructie voorbij draait u de pulsbe-

dieningshendel weer linksom in de stand “Pressure”

(druk). Laat de rioolreiniger niet langer in pulsmodus

staan dan nodig is om door een obstructie geraken.

Overmatig gebruik van de pulsmodus kan vroegtij-

dige slijtage veroorzaken aan de slangen en het sys-

teem.

De hogedrukrioolreiniger gebruiken als

gewone hogedrukreiniger

De RIDGID-hogedrukrioolreinigers kunnen ook wor-

den gebruikt als gewone hogedrukreinigers door ze

uit te rusten met de hogedrukspuitlans. Het gebruik

als gewone hogedrukreiniger is vergelijkbaar met het

gebruik als rioolreiniger. Gebruik daarom de instruc-

ties voor de rioolreiniger aangevuld met de volgende

instructies.

1. Zoek een geschikte werkplek.
2. Vergewis u ervan dat alle apparatuur grondig werd

gecontroleerd.

3. Verbind de spuitlans met de spuitlansslang. Gebruik

altijd een slang met een nominale drukwaarde die

minstens even hoog is als de nominale drukwaarde

van de rioolreiniger. Gebruik een draadafdichtings-

middel om lekken te voorkomen.

4. Sluit de slang aan op de uitlaat van de rioolreiniger.

Zorg ervoor dat de uiteinden van de slang degelijk

verbonden zijn zodat ze niet kunnen loskomen on-

der druk.

5. Sluit de rioolreiniger aan op een geschikte watertoe-

voer, zoals eerder in deze handleiding beschreven.

6. Open de inlaatklep en haal de trekker van de spuit-

lans over om het water te laten stromen en de lucht

uit het systeem te verwijderen. Start de motor nooit

zonder eerst de watertoevoer aan te zetten. Dat kan

de pomp beschadigen.

7. Vergewis u ervan dat de pulsbedieningshendel links-

om is gedraaid en in de stand “Pressure” (druk) staat

(figuur 16).

8. Regelen van de spuitlanssproeikop – Door aan de

sproeikop te draaien, kan de straal worden gewij-

zigd van een fijne straal tot een brede, waaierach-

tige straal. De druk kan worden geregeld door de

sproeikop voorwaarts (lage druk) en achterwaarts

(hoge druk) te trekken. Zorg ervoor dat de sproei-

kop in de hogedrukstand (naar achteren) staat wan-

neer u begint te werken.

Figuur 17 – Instellen van de spuitlanssproeikop

Straal- instelling

Lage druk

Hoge druk

Vergrendeling

9. Spuitlansvergrendeling – de spuitlans heeft een ver-

grendeling op de achterkant van de trekker. Kantel

de vergrendeling neerwaarts om te trekker te blok-

keren wanneer de spuitlans niet wordt gebruikt.

10. Richt de spuitlans in een veilige richting, haal de trek-

ker over om de druk te verminderen en het starten

van de motor mogelijk te maken. Start de motor vol-

gens de instructies in de motorhandleiding. Laat de

motor warmdraaien. Laat de trekker los zodra de mo-

tor start.

11. Richt de spuitlans naar een veilige richting en haal

de trekker over. Draai aan de ontluchtingsklep ter-

wijl u de drukmeter observeert om de druk naar

wens in te stellen. Overschrijd de nominale druk van

de machine niet. Laat de spuitlanstrekker los.