Mpman FRA202 User Manual
Page 45

6) Druk na het instellen van de gewenste alarmtijd ofwel op de ALARM 1 knop of opnieuw op toets
(6), of wacht gewoon gedurende 5 seconden en de LED‐display zal terug overschakelen naar de
huidige tijd en de ingestelde alarmtijd wordt bevestigd.
7) Druk nu herhaaldelijk op de ALARM 1 knop (6) om de alarm functiestatus te kiezen. De status
wordt weergegeven in volgende volgorde op de LED‐display:
A)
Wakker worden met Alarmzoemer ingesteld met Alarm 1 Zoemer indicator (14) verlicht en de
Alarmtijd wordt weergegeven op de LED‐display.
B)
Wakker worden met de radio ingesteld met Alarm 1 Radio indicator (15) verlicht en de
Alarmtijd wordt weergegeven op de LED‐display.
C)
Alarm is uitgeschakeld zonder actieve indicator en de Alarmtijd wordt weergegeven op de
LED‐display 5 seconden nadat de gewenste status wordt gekozen zal de weergave gewijzigd
worden om de huidige tijd te tonen.
8) Wanneer u het Alarm 2 instelt, volg dan gewoon de bovenstaande stappen 2 tot tot en met 7 via
ALARM 2 (7) i.p.v. de ALARMknop (6). Vervolgens zal de wakker worden met zoemer status van
Alarm 2 worden aangegeven door de Alarm 2 Zoemer indicator (11). Het wakker worden met de
radiostatus van Alarm 2 zal worden aangegeven door de Alarm 2 Radio indicator (12).
9) Wanneer het Alarm is ingeschakeld, ofwel:
A) Druk eenmaal op ON/OFF‐knop (1) om over te schakelen van het alarm. U kunt zien dat de
alarm‐indicator nog steeds aan staat en dit geeft aan dat de alarmfunctie nog steeds is
geactiveerd en opnieuw wordt ingeschakeld na 24 uur.
B) Druk op de SLUIMER/SLAAPSTAND‐knop (5) en het alarm stopt tijdelijk gedurende 9 minuten en
dan zal het opnieuw klinken. [Zie SLUIMER‐instelling hieronder]
C) Als geen knop wordt gedrukt nadat het alarm klinkt, blijft het alarm ingeschakeld en vervolgens
wordt het uitgeschakeld na 1 uur na het gewenste tijdstip.
D) Voor het uitschakelen van de alarminstelling, druk op de ALARM 1 knop (6) of de ALARM 2 knop (7)
totdat hun indicatoren (radio of zoemer) van de LED‐display verdwijnen.
Notities
Het ALARM 1 (of 2)‐indicator knippert in de display als het alarm afgaat.
Als een later alarm begint te luiden als het eerdere alarm nog altijd luid, heeft het latere alarm
daarop voorrang.
Als een later alarm klinkt wanneer een eerder alarm in de SLUIMER‐periode is, heeft het latere
alarm hierop voorrang en de SLUIMER‐functie van het eerdere alarm zal automatisch
geannuleerd worden.
Als de dezelfde tijd is ingesteld voor beide alarmen (ALARM 1 of 2). Dan heeft het ALARM 2
voorrang.
SLUIMER‐instelling
Zodra het alarm is geactiveerd, kan de sluimerfunctie worden gebruikt om het alarm tijdelijk te
onderbreken gedurende 9 minuten en vervolgens zal dan het alarm weer luiden.