Veiligheid / voor de ingebruikname, Voor de ingebruikname montage – Powerfix Halogen Lamp User Manual
Page 10

10 NL/BE
Neem in geval van beschadigingen, reparaties
of andere problemen aan de lamp contact op
met de klantenservice of met een elektricien.
Open nooit één van de elektrische bedrijfsmid-
delen en steek er géén voorwerpen in. Bij
dergelijke ingrepen bestaat levensgevaar door
elektrische schokken.
Overtuig u er vóór de montage van dat de
bestaande netspanning overeenstemt met de
vereiste bedrijfsspanning van de lamp
(220–240 V ∼).
Als de stroomkabel van het apparaat wordt
beschadigd, moet het door de fabrikant of
diens klantenservice of een soortgelijke gekwa-
lificeerde persoon worden vervangen, om
gevaar te vermijden.
Gebruik alleen halogeenlampen met een
nominaal vermogen van max. 400 W (Energie-
klesse C) of een geringer vermogen.
Vermijd brand- en
verwondingsgevaar
GEVAAR VOOR LETSEL! Controleer direct
na het uitpakken de lamp en het glas op bescha-
digingen. Monteer de lamp niet met defect een
defecte lamp of lampglas. Neem in dit geval
contact op met het servicepunt.
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN! Zorg
ervoor dat de lamp uitgeschakeld en afgekoeld
is voordat u deze aanraakt om brandwonden
te vermijden. Verlichting ontwikkelt in het gebied
van de lampenkap een behoorlijke hitte. Laat
de lamp minimaal 15 minuten afkoelen voordat
u het defecte verlichtingsmiddel vervangt.
Vervang direct het defecte lampen-
glas.
Vervang defecte verlichtingen direct door nieuwe.
1 m
BRANDGEVAAR! Plaats de lamp
op minstens 1 m afstand van de te
verlichten materialen. Een overmatige
warmteontwikkeling kan tot brand leiden. Zorg
er daarom voor, dat er sprake is van voldoende
ventilatie zodat de warmte kan ontsnappen.
Stel de verlichtingsrichting niet naar beneden in.
Kijk nooit direct in het licht. Anders bestaat
gevaar voor oogletsel.
Gebruik de lamp nooit zonder de glazen en
metalen afdekkingen. Anders bestaat gevaar
op lichamelijk letsel.
Vervang gebrolen beveiligingsplaten direct.
Voor de ingebruikname
Montage
Opmerking: Het driepoot-statief
6
wordt in
gemonteerde toestand geleverd.
Druk de veerpen
10
naar boven en zwenk
gelijktijdig de poten van het driepoot-statief
6
naar beneden.
Laat de veerpen
10
los. Deze wordt in een
gleuf gefixeerd (zie afb. A).
Draai de draaivergrendeling
8
tegen de klok
in (zie afb. B).
Stel vervolgens de gewenste hoogte van het
driepoot-statief
6
in, door de buis tot op de
gewenste hoogte te schuiven.
Draai de draaivergrendeling
8
met de klok
mee, om de hoogte van het driepoot-statief
6
te fixeren (zie afb. B).
Draai de middelste schroefkop
9
los.
Plaats het middelste gat van de halogeenhouder
boven de punt van het statief.
Plaats de middelste schroefkop
9
weer op de
punt van het statief en draai hem weer vast.
Draai de schroeven aan beide uiteinde van de
halogeenlamphouder los en stel de gewenste
verlichtingshoek van de lamp in.
Draai de schroeven aan weerszijden van de
halogeenlamphouder weer vast.
Controleer of de halogeenlamp stevig vastzit
en of het driepoot-statief
6
stabiel staat.
Zorg ervoor, dat de kabel niet achter scherpe
voorwerpen blijft haken en de stroomkabel vol-
doende tegen regen en vocht is beschermd.
Veiligheid / Voor de ingebruikname