Parkside PESG 120 A1 User Manual
Page 22
NL/BE
- 22 -
b.v. de massaklem wordt op het huis van het
lasappaarat gelegd dat verbonden is met
de massakabel van de elektrische installa-
tie. De laswerkzaamheden worden verricht
op een machine met aardklem. Het is dus
mogelijke op een machine te lassen zonder
de massaklem op deze machine te hebben
aangebracht. In dit geval vloeit de lasstroom
vanaf de massaklem naar de machine via
de massakabel. De hoge lasstroom kan het
doorsmelten van de massakabel tot gevolg
hebben.
•
De zekeringen van de voedingsleidingen
naar de netstopcontacten moeten aan de
voorschriften voldoen (VDE 0100). Conform
deze voorschriften mogen alleen zekeringen
of contactverbrekers worden gebruikt die
overeenkomen met de dwaarsdoorsnede van
de geleider (voor veiligheidsstopcontacten
max. 16 amp.) Zekeringen of 16 amp. LS-
schakelaar). Een te zware zekering kan ka-
belbrand of brandschade aan het gebouw tot
gevolg hebben.
Nauwe en vochtige ruimten
Voorzichtig!
Bij werkzaamheden in nauwe, vochtige of warme
ruimtes dienen isolerende onderlagen en tussenla-
gen en ook kaphandschoenen van leer of ander
slecht geleidend materiaal te worden gebruikt ter
isolering van het lichaam tegen vloer, wanden,
geleidende onderdelen van het apparaat en iets
dergelijks.
Bij gebruik van kleine lastransformatoren voor het
lassen onder verhoogd elektrisch gevaar, zoals
b.v. in nauwe ruimtes met elektrisch geleidende
wanden (ketels, buizen enz.), in natte ruimtes
(werkkledij wordt met vocht doortrokken), in
warme ruimtes (doorzweten van de werkkledij),
mag de uitgangsspanning van het lasapparaat
bij nullast niet hoger zijn dan 42 volt (effectieve
waarde). Het apparaat kan in dit geval op grond
van de hogere uitgangsspanning dus niet worden
gebruikt.
Beschermende kleding
Voorzichtig!
•
Tijdens het werk dient de lasser op zijn gehele
lichaam door de kledij en de gelaatsbescher-
mer te zijn beschermd tegen stralen en verb-
randingen.
•
Aan beide handen moeten kaphandschoenen
van een gepaste stof (leer) worden gedragen.
Zij moeten in een perfecte staat verkeren.
•
Ter bescherming van de kledij tegen von-
kenregen en verbrandingen dienen gepaste
schorten te worden gedragen. Indien vereist
door de aard van de werkzaamheden, b.v.
bovenhoofds lassen, moet een beschermings-
pak en, indien nodig, ook een hoofdbescher-
mer worden gedragen.
•
De gebruikte beschermende kleding alsmede
al de accessoires dienen te beantwoorden
aan de richtlijn “persoonlijk beschermings-
middel”.
Bescherming tegen stralen en verbran-
dingen
Voorzichtig!
•
Op de werkplek op het gevaar voor de ogen
attent maken door een bord aan te brengen
met het opschrift: „Voorzichtig! Niet in de
vlammen kijken!“. De werkplekken dienen
zo veel mogelijk te worden afgeschermd
zodat de in de buurt aanwezige personen
beschermd zijn. Onbevoegden dienen van
de laswerkzaamheden verwijderd te worden
gehouden.
•
In de onmiddellijke buurt van vaste werk-
plaatsen mogen de wanden niet lichtkleurig
en niet glanzend zijn. Ramen dienen minstens
tot ooghoogte tegen doorlaten of terugkaats-
en van stralen te worden beveiligd, b.v. door
een gepaste verflaag.
Anl_1549051.indb 22
Anl_1549051.indb 22
17.10.12 16:12
17.10.12 16:12