Eigenschappen – Alto Professional MIXPACK User Manual
Page 24
24
EIGENSCHAPPEN
1
NEW
1
NEW
1
NEW
1
NEW
1
NEW
AC100V ~ 50/60Hz
110 -120V ~ 50/60Hz
220 -240V ~ 50/60Hz
RATED POWER CONSUMPTION:600W
FUSE: 100V
110-120V
220-240V
T8 AL AC250V
T8 AL AC250V
T4 AL AC250V
25
26
27 28
29 30
31
32
33
33
34
34
35
36
37
38
39
3
1
2
4
4
5
6
8
9
10
11
12
13
15
16
16
16
16
16
17
17
18
19 19 20 20
21
22
23 24
21
18
11
12
13
15
11
12
13
15
11
12
11
12
13
15
15
14
10
10
10
10
9
9
9
9
8
8
8
8
5
6
5
6
5
6
5
7
7
1.
POWER AAN – Gebruik de bijgevoegde stroomkabel om verbinding te maken tussen de mixer en een
stopcontact. Terwijl de stroom uitstaat, plug je de stroomkabel eerst in de mixer, vervolgens kun je de
stroomkabel in het stopcontact plaatsen.
2.
VOLTAGE SELECTOR – Deze 2-positie schakelaar reguleert het AC input voltage voor de speaker. De switch
zou reeds op de juiste stand dienen te staan voor uw lokatie. (VS gebruikers zullen de schakelaar instellen op
"100-120V" waar GB- en de meeste andere Europese gebruikers deze op "220-240V." dienen te hebben staan)
3.
POWER SWITCH – Zet de mixer aan en uit. Zet de mixer aan nadat alle input devices verbonden zijn. Zorg
ervoor dat de MASTER LEVEL regelaar op "nul" staat alvorens hem aan te zetten.
4.
SPEAKER OUTPUTS – Verbind de speakers met deze outputs met 1/4" kabels.
5.
MIC INPUT (XLR) – Verbind een microfoon met deze inputs met een XLR kabel.
6.
LINE INPUT (1/4") – Verbind line-level apparaten met deze inputs met 1/4" TRS kabels.
7.
LINE INPUT (1/4") – Verbind line-level apparaten met deze inputs met 1/4" TS kabels.
8.
HI EQ (TREBLE) – Regelt de hoge (treble) frequenties van het kanaal.
9.
MID EQ (MID) – Regelt de middelhoge frequenties van het kanaal.
10.
LOW EQ (BASS) – Regelt de lage (bass) frequenties van het kanaal.
11.
AUX SEND 1 – Regelt het audiokanaalniveau (pre-fader) dat gestuurd wordt naar de AUX SEND OUTPUT 1
en CTRL ROOM OUT.
12.
AUX SEND 2 – Regelt het kanaalaudioniveau (post-EQ) dat verzonden wordt naar de mixer's interne
effectenprocessor of AUX SEND 2. Draai deze omhoog voor de kanalen waar je de effecten op wilt toepassen.
Je kunt dit gebruiken om effecten op de verscheidene kanalen toe te passen. (Wanneer je een extern apparaat
hebt verbonden met de AUX SEND OUTPUT 2 jack, zal de interne effectenprocessor worden omzeild.)
13.
PAN – Regelt de positie van het (mono) kanaal in het stereoveld.
14.
BALANCE (CH 5/6) – Regelt de balans tussen kanalen 5 en 6.
15.
CHANNEL LEVEL – Regelt het audioniveau op het kanaal.
16.
-20 dB SWITCH – Wanneer deze knop is geactiveerd, zal de audio van dat kanaal vermindert worden met 20
dB. Dit kan zorgen voor meer ruimte en distortie, veroorzaakt door een te hard inputsignaal dat regelmatig
piekt, verminderen.
17.
2TK IN – Je kunt een standaard stereo RCA kabel gebruiken om verbinding te maken tussen een aanvullende
audiobron en de 2TK input. Het signaalvolume kan aangepast worden met de 2TK IN LEVEL regelaar en
verzonden worden naar de monitor mix (CTRL ROOM en PHONES) of main mix (MAIN OUT).
18.
2TK OUT – Je kunt een standaard stereo RCA kabel gebruiken om deze output te verbinden met een extern
opnameapparaat. Het signaal dat verzonden wordt uit deze RCA outputs is gelijk aan het MAIN OUT signaal.