Onvoldoende drukvermindering, Compressiefrequentie, Compressieteller – Laerdal CPRmeter User Manual
Page 183
182
183
Neder
lands
Onvoldoende drukvermindering
Als de CPRmeter vaststelt dat de druk tussen de
compressies onvoldoende wordt verminderd, licht
de balk die de ideale drukvermindering weergeeft
niet op. Als de drukvermindering na vier
opeenvolgende compressies niet correct is, wordt
er een gele pijl weergegeven die naar de ideale
drukvermindering wijst.
BELANGRIJK: Neem de druk volledig weg tussen compressies
Compressiefrequentie
Als de CPRmeter vaststelt dat de frequentie van de
compressies te hoog is, staat de wijzer van de
‘snelheidsmeter’ rechts van het groene gebied. Als
de CPRmeter vaststelt dat de frequentie van de
compressies te laag is, staat de wijzer van de
‘snelheidsmeter’ links van het groene gebied.
Compressieteller
Wanneer de compressies worden gestart, geeft
de CPRmeter een compressieteller in de vorm
van een getal weer. Als er tussen de 25 en 30
compressies zijn verricht, blijven de cijfers van de
teller wit branden, als hulpmiddel voor
eerstehulpverleners die een reeks van 30
compressies uitvoeren. Als er meer dan 30
compressies zijn verricht, knipperen de witte cijfers
van de teller bij elke tiende compressie*.
De compressieteller wordt gereset als er drie seconden lang geen
compressies worden uitgevoerd.
*
Als een geïntubeerde patiënt door middel van continue compressies
wordt gereanimeerd, kan aan de hand van de compressieteller het
beademingsmoment worden bepaald. Bij een compressiefrequentie van 100
per minuut geldt het volgende: als er in een continue compressiereeks na
elke tiende compressie moet worden beademd, moet een frequentie van
tien beademingsmomenten per minuut worden aangehouden.
Compressieteller
25