Pioneer CDX-P2050VN - Manual (Page 11)

Vor dem Einbau die Geräte provisorisch anschließen.
Sicherstellen, daß die Geräte korrekt angeschlossen
sind.
Nach dem Durchführen der Anschlüsse den
Löschknopf des CD-Spielers mit einem spitzen
Gegenstand drücken.
Unbedingt das schwarze Massekabel fest an die
Karosserie oder an ein Metallteil anschließen. Bei
lockerem Anschluß des Massekabels kann es zu
Rauschen oder Betriebsstörungen des CD-Spielers
kommen.
Dieses Produkt ist für Fahrzeuge mit einer 12V-
Batterie und negativer Erdung ausgelegt. Überprüfen
Sie die Batteriespannung, bevor Sie es in ein
Freizeitfahrzeug, einen Lastkraftwagen oder Autobus
einbauen.
Um Kurzschlüsse in der elektrischen Anlage zu ver­
meiden, achten Sie darauf, daß das Minuspolkabel
(-} der Batterie abgeklemmt ist, bevor Sie das Gerät
installieren.
Überprüfen Sie, ob die Installation und die
Verkabelung richtig durchgeführt wurden. Bauen Sie
die ausgebauten Auto-Komponenten wieder ein und
schließen Sie das Kabelende an den Minuspol (-) der
Batterie an.
Die Leitungen mit Kabelklemmen oder Isolierband
sichern. Um die Leitungen zu schützen, sind die
Metallflächen berührende Stellen mit Isolierband zu
umwickeln.
Verlegen und sichern Sie die Verkabelung derart,
daß sie keine bewegende Teile, wie Schalthebel,
Flandbremse und Sitzlaufschienen berührt. Die
Kabelung nicht über warme Bereiche, wie z.B. in der
Nähe von Fleizungsklappen verlegen. Wenn die
Kabelisolierung schmilzt oder reißt, könnte sich die
Verkabelung an der Karosserie kurzschließen.
Die gelb Leitung zum Anschließen an die Batterie
nicht durch ein Loch im Motorraum ziehen, da
dadurch die Kabelisolierung zerstört wird, was einen
gefährlichen Kurzschluß zur Folge haben kann.
Die Leitungen nicht verkürzen, weil es sonst einen
Ausfall des Schutzleitersystem zur Folge haben
könnte.
Strom sollte niemals durch Schneiden der Isolierung
und Anzapfung der Netzanschlußleitung dieses
Geräts an andere Geräte zugeführt werden. Die
Stromtragfähigkeit der Anschlußleitung wird
dadurch überschritten, was zur Überhitzung führt.
Beim Auswechseln von Sicherungen darauf achten,
daß die neuen Sicherungen den Angaben auf dem
Sicherungshalter entsprechen.
Auch wenn durch Abtrennen des Stromkabels
oder beim Auswechseln der Batterie der Strom
unterbrochen wird, bleiben die CD-Titel-
Anzeige, ITS-Programmierung und
Sprachaufnahmen noch 24 Stunden lang erhal­
ten.
Verlegen und sichern Sie alle Kabel so, daß
diese keine beweglichen Teile, wie z.B.
Schalthebel, Handbremse und Sitzschienen,
berühren können. Verlegen Sie Kabel nicht an
Stellen, die heiß werden können, wie z.B. in der
Nähe des Heizungsauslasses. Falls eine
Kabelisolierung schmilzt oder rissig wird, beste­
ht die Gefahr eines Kurzschlusses zwischen
Kabel und Karosseriemasse.
Alvorens te monteren, de toestellen tijdelijk
aansluiten. Controleer of de toestellen en het sys-
teem Juist functioneren.
Nadat alle aansluitingen gemaakt zijn, druk dan de
wistoets van de speler met de punt van een pot-
lood in.
Bevestig het aardedraad (zwart) aan de carrosserie
van het voertuig of aan een ander metalen
onderdeel dat stevig op het Chassis geaard is. Als
het aardedraad niet Juist is aangesloten, kan er
ruis optreden of functioneert het systeem niet
naar behoren.
Dit toestel is ontworpen voor gebruik met 12-volt
negatief geaarde auto's. Controleer het voltage
van de accu alvorens dit toestel in een kampeer-
auto, vrachtwagen of bus in te bouwen.
Voorkom kortsluiting van het elektrische systeem
en ontkoppel de negatieve (-) accukabel alvorens
het toestel te installeren.
Controleer dat de installatie en aansluitingen Juist
ziJn. Plaats de ver-wijderde componenten van de
auto weer terug en sluit vervolgens het uiteinde
van de kabel op de negatieve accupool (-) aan.
Zet de draden vast met snoerklemmen of plak-
band. Bescherm de gedeelten van draden die met
metalen onderdelen in aanraking körnen met iso-
latieband of dergelijk.
Leid alle draden zodanig dat ze geen draaiende of
bewegende onderdelen raken, zoals de koppeling,
handrem en stoelverstellingen. Zorg dat de
draden goed vastzitten. Houd draden uit de buurt
van onderdelen die warm worden, zoals bijvoor-
beeld bij de verwarmingsroosters. De draden
sluiten mogelijk kort Indien de isolatie van de
draden door bitte is gesmolten ofop een andere
manier is beschadigd.
Leid het gele snoer niet door een gat naar het
motorblok om het op de accu aan te sluiten. Dit
zai de snoerisolering beschädigen en een gevaarli-
Jke kortsluiting veroorzaken.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
functioneert anders mogelijk niet meer Juist.
Gebruik de stroomdraad niet voor andere doelein-
den. De capaciteit van de draad wordt mogelijk
overschreden en de draad oververhit Indien de
stroomdraad van dit toestel wordt afgetagt.
Vervang zekeringen alleen door zekeringen van het-
zelfde type, zoals vermeld op de zekeringhouder.
Zelfs wanneer de spanning wordt onderbroken
omdat het spannings-snoer wordt ontkoppeld of
de accu bijvoorbeeld wordt vervangen, zullen de
instellingen voor het CD-titeldisplay en stemopna-
men in het geheugen blijven en zaI en het ITS
geheugen 24 uur bewaard blijven.
' Leg en bevestig de bedrading dusdanig dat
deze niet in aanraking kan körnen met bewe­
gende onderdelen zoals de versnelling, de han­
drem of de rails waar de stoel overheen schuift.
Leg de bedrading niet op plekken die heet kön­
nen worden, zoals biJ de uitlaat van de ver-
warming. Als de isolatie van de bedrading
smelt of scheurt, bestaat het gevaar van kort­
sluiting met het chassis.
Kabel dieses Geräts und die anderer Geräte
können unterschiedliche Farben haben, auch
wenn sie die gleichen Funktionen haben. Beim
Anschluß dieses Geräts an ein anderes Gerät
unter Bezugnahme auf die mit beiden Geräten
mitgelieferten Installationsanleitungen die
Kabel mit derselben Funktion verbinden.
Snoeren voor dit toestel en overeenkomende
snoeren voor andere toestellen hebbern
mogelijk verschalende kleuren ookal is de
functie van de snoeren hetzelfde. Zie voor het
verbinden van dit toestel met een ander toes­
tel daarom de installatichandleiding van beide
toestellen en verbind de snoeren met dezelfde
functie met elkaar.