One for All URC 8620 Xsight Plus User Manual
Page 116
www.oneforall.com
13
Met de leerfunctie kunt u functies toevoegen van de oorspronkelijke afstandsbediening(en) aan de ONE
FOR ALL-afstandsbediening. Uw oorspronkelijke afstandsbedieningen moeten nog steeds goed func-
tioneren om dit proces te kunnen uitvoeren. Dit proces kan worden gebruikt om ontbrekende toetsen toe
te voegen of bestaande toetsen te vervangen op apparaten die al zijn ingesteld, of om zelfs een heel
nieuw apparaat aan uw afstandsbediening toe te voegen. Als de leeroptie wordt geselecteerd, wordt u
gevraagd of u een functie wilt leren of een nieuw apparaat. De volgende stap is het selecteren van een
toets waaraan een functie of apparaat moet worden geleerd. U richt de oorspronkelijke afstandsbedien-
ing op de ONE FOR ALL-afstandsbediening en drukt op de toets op de oorspronkelijke afstandsbediening
die geleerd moet worden. Als de toets een schermtoets is, kunt u deze ten slotte een nieuw label geven
met de cijfertoetsen. De volledige procedure is:
1)
Selecteer “learning” in het menu Settings.
2)
Voor welk apparaat?
“new Device” (nieuw apparaat)
of
“Select the corresponding device” (Selecteer het desbetreffende apparaat)
Opmerking:
Als u het gewenste apparaat niet ziet, bladert u door de pagina’s om er meer te bekijken.
3)
Als u een functie leert, selecteert u een toets op de afstandsbediening of drukt u op On-Screen
Keys om een toets op het scherm te kiezen waaraan een functie moet worden geleerd.
Opmerking:
U kunt aan elke toets (ook toetsen op het scherm) vanuit elk apparaat leren, behalve de
toetsen Home, Favorites, Activities en Devices.
4)
Pak de afstandsbediening voor het apparaat waarvan u wilt leren. Leg de oorspronkelijke
afstandsbediening op één lijn met het onderste uiteinde van de ONE FOR ALL, maximaal 12 cm
uit elkaar, bij voorkeur tussen de 5 en 12 cm:
5)
Druk op de afstandsbediening waarvan u leert, op de toets die geleerd moet worden.
a. Als de functie niet correct wordt geleerd, wordt een foutbericht weergegeven. Selecteer
“Yes” om het opnieuw te proberen of “no” om af te sluiten en naar het menu Settings te
gaan.
b. Als de toets waaraan u de functie wilt leren, al een functie heeft, wordt u gevraagd of u deze
wilt overschrijven
c. Als een toetsfunctie correct is geleerd, wordt deze opgeslagen naar het geheugen en kunt u
doorgaan om een andere functie te leren.
d. Als een schermtoetsfunctie correct wordt geleerd, wordt u door de afstandsbediening
gevraagd om een label op te slaan.
6)
Als de geleerde toets een schermtoets is, gebruikt u het numerieke toetsenblok om een
toetslabel in te voeren.
a. Voer letters in met het numerieke toetsenblok. Net als bij een standaardtelefoon kunnen de
toetsenbloktoetsen letters en symbolen weergeven. Druk één keer op een toets om de eerste
letter of het eerste symbool van deze toets weer te geven; druk meerdere keren op de toets
om de andere letters of symbolen van de toets weer te geven.
Druk bijvoorbeeld op “5” op het numerieke toetsenblok om de letter “J” weer te geven. Druk
nogmaals op “5” om de letter “K” weer te geven.
Klik op “clear” om een letter te verwijderen.
7)
Klik op “oK”. De afstandsbediening slaat de nieuwe functie op.
Opmerking:
De afstandsbediening plaatst nieuwe schermtoetsen automatisch in de eerste lege
schermruimte voor het specifieke apparaat.
Met de leerfunctie kunt u functies toevoegen van de oorspronkelijke afstandsbediening(en) aan de ONE
FOR ALL-afstandsbediening. Uw oorspronkelijke afstandsbedieningen moeten nog steeds goed func-
tioneren om dit proces te kunnen uitvoeren. Dit proces kan worden gebruikt om ontbrekende toetsen toe
te voegen of bestaande toetsen te vervangen op apparaten die al zijn ingesteld, of om zelfs een heel
nieuw apparaat aan uw afstandsbediening toe te voegen. Als de leeroptie wordt geselecteerd, wordt u
gevraagd of u een functie wilt leren of een nieuw apparaat. De volgende stap is het selecteren van een
toets waaraan een functie of apparaat moet worden geleerd. U richt de oorspronkelijke afstandsbedien-
ing op de ONE FOR ALL-afstandsbediening en drukt op de toets op de oorspronkelijke afstandsbediening
die geleerd moet worden. Als de toets een schermtoets is, kunt u deze ten slotte een nieuw label geven
met de cijfertoetsen. De volledige procedure is:
1)
Selecteer “learning” in het menu Settings.
2)
Voor welk apparaat?
“new Device” (nieuw apparaat)
of
“Select the corresponding device” (Selecteer het desbetreffende apparaat)
Opmerking:
Als u het gewenste apparaat niet ziet, bladert u door de pagina’s om er meer te bekijken.
3)
Als u een functie leert, selecteert u een toets op de afstandsbediening of drukt u op On-Screen
Keys om een toets op het scherm te kiezen waaraan een functie moet worden geleerd.
Opmerking:
U kunt aan elke toets (ook toetsen op het scherm) vanuit elk apparaat leren, behalve de
toetsen Home, Favorites, Activities en Devices.
4)
Pak de afstandsbediening voor het apparaat waarvan u wilt leren. Leg de oorspronkelijke
afstandsbediening op één lijn met het onderste uiteinde van de ONE FOR ALL, maximaal 12 cm
uit elkaar, bij voorkeur tussen de 5 en 12 cm:
5)
Druk op de afstandsbediening waarvan u leert, op de toets die geleerd moet worden.
a. Als de functie niet correct wordt geleerd, wordt een foutbericht weergegeven. Selecteer
“Yes” om het opnieuw te proberen of “no” om af te sluiten en naar het menu Settings te
gaan.
b. Als de toets waaraan u de functie wilt leren, al een functie heeft, wordt u gevraagd of u deze
wilt overschrijven
c. Als een toetsfunctie correct is geleerd, wordt deze opgeslagen naar het geheugen en kunt u
doorgaan om een andere functie te leren.
d. Als een schermtoetsfunctie correct wordt geleerd, wordt u door de afstandsbediening
gevraagd om een label op te slaan.
6)
Als de geleerde toets een schermtoets is, gebruikt u het numerieke toetsenblok om een
toetslabel in te voeren.
a. Voer letters in met het numerieke toetsenblok. Net als bij een standaardtelefoon kunnen de
toetsenbloktoetsen letters en symbolen weergeven. Druk één keer op een toets om de eerste
letter of het eerste symbool van deze toets weer te geven; druk meerdere keren op de toets
om de andere letters of symbolen van de toets weer te geven.
Druk bijvoorbeeld op “5” op het numerieke toetsenblok om de letter “J” weer te geven. Druk
nogmaals op “5” om de letter “K” weer te geven.
Klik op “clear” om een letter te verwijderen.
7)
Klik op “oK”. De afstandsbediening slaat de nieuwe functie op.
Opmerking:
De afstandsbediening plaatst nieuwe schermtoetsen automatisch in de eerste lege
schermruimte voor het specifieke apparaat.
learning (leer/copieer functie)
Settings (Instellingen)