Bedienen van dj-software met de midi-functie, Bediening van een externe midi-sequencer – Pioneer DJM-850-S User Manual
Page 44
18
Nl
! De BPM kan worden ingesteld in stappen van 0,1 door op
[AUTO/TAP] te drukken terwijl [TAP] ingedrukt wordt gehouden en
[TIME] wordt verdraaid terwijl de twee toetsen ingedrukt worden
gehouden.
Gebruik van een externe effectgenerator
1 Sluit dit apparaat aan op een externe effectgenerator.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van
uitgangsaansluitingen op bladzijde 7.
2 Verdraai de [DELAY, ECHO, UP ECHO, SPIRAL, REVERB,
TRANS, FILTER, FLANGER, PHASER, ROBOT, SLIP ROLL,
ROLL, REV ROLL, SND/RTN] keuzeschakelaar.
Selecteer [SND/RTN].
3 Verdraai de [1, 2, 3, 4, MIC, CF.A, CF.B, MASTER]
keuzeschakelaar.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
4 Druk op de [ON/OFF] toets voor [BEAT EFFECTS].
Het geluid dat door de externe effectgenerator is gegaan wordt uitge-
stuurd via de [MASTER]-kanaal.
! Wanneer er opnieuw op de [ON/OFF] toets wordt gedrukt, wordt het
effect uitgeschakeld.
Bedienen van DJ-software met de
MIDI-functie
Dit toestel is uitgerust met een “volledig toewijsbare MIDI” functie
waarmee de bedieningsinformatie voor vrijwel alle instellingen en toet-
sen van het toestel als MIDI-signalen naar de DJ-software kan worden
gestuurd. Dit toestel kan worden gebruikt als USB MIDI-controller
wanneer het via een USB-kabel is aangesloten op een computer
waarop MIDI-compatibele DJ-software is geïnstalleerd. Bovendien kan
het tempo (BPM) van het weergegeven geluid worden verzonden als
MIDI-timingklokken, zodat het tempo van de DJ-software kan worden
gesynchroniseerd met het tempo van de geluid dat door dit toestel wordt
geproduceerd.
Om DJ-software te bedienen vanaf dit toestel, moet er eerst MIDI-
compatibele DJ-software worden geïnstalleerd op de computer. De
MIDI-gerelateerde instellingen moeten ook op de DJ-software worden
verricht.
! Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft Lijst van MIDI-berichten
op bladzijde 22.
! Zie
Instellingen aanpassen op bladzijde 24 als u het MIDI-kanaal van
dit toestel wilt veranderen.
1 Verbind de [USB]-aansluiting van dit apparaat met de
computer.
Zie Aansluiten op het bedieningspaneel op bladzijde 8 voor nadere details
over de aansluitingen.
2 Start de DJ-software op.
3 Druk op de [MIDI] [ON/OFF]-toets.
Schakel de MIDI-functie in.
De verzending van MIDI-berichten begint.
! Wanneer een fader of andere regelaar wordt verplaatst, zal er een
bericht worden verstuurd dat de nieuwe positie doorgeeft.
! Wanneer de [START/STOP] toets wordt ingedrukt en meer dan
2 seconden ingedrukt wordt gehouden, wordt er een set MIDI-
meldingen die corresponderen met de toets, fader of de posities van
de instellingen verstuurd (Snapshot).
! Wanneer de [ON/OFF]-toets voor [MIDI] nog eens wordt ingedrukt,
zal de overdracht van MIDI-meldingen stoppen.
! De MIDI-timingklokken (BPM-informatie) worden verzonden onge-
acht de instelling van de [MIDI] [ON/OFF]-toets.
Verzenden van de berichten voor MIDI-start en
MIDI-stop
Druk op de [START/STOP] toets voor [MIDI].
! De berichten voor MIDI-start en MIDI-stop worden beurtelings ver-
zonden, telkens wanneer u op de [START/STOP]-toets drukt, onge-
acht of de MIDI-functie aan of uit staat.
Bediening van een externe
MIDI-sequencer
Dit toestel is uitgerust met een “volledig toewijsbare MIDI” functie waar-
mee de bedieningsinformatie voor vrijwel alle instellingen en toetsen
van het toestel als MIDI-signalen naar externe apparatuur (effectgene-
rator enz.) kan worden gestuurd. Dit toestel kan worden gebruikt als
USB MIDI-controller wanneer het via een MIDI-kabel is aangesloten op
MIDI-compatibele externe apparatuur. Bovendien kan het tempo (BPM)
van het weergegeven geluid worden verzonden als MIDI-timingklokken,
zodat het tempo van de externe apparatuur (sequencer enz.) kan worden
gesynchroniseerd met het tempo van de geluid dat door dit toestel wordt
geproduceerd.
! Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft Lijst van MIDI-berichten
op bladzijde 22.
! Externe MIDI-sequencers die niet geschikt zijn voor de MIDI-tijdklok
kunnen niet worden gesynchroniseerd.
! Externe MIDI-sequencers kunnen niet worden gesynchroniseerd
voor geluidsbronnen waarvan het BPM-tempo niet betrouwbaar kan
worden gemeten.
! MIDI-tijdkloksignalen worden ook doorgegeven bij BPM-waarden die
handmatig zijn ingevoerd door het aantikken van de [TAP]-toets met
een vinger. Het bereik van de MIDI-tijdklok loopt van 40 BPM tot 250
BPM.
1 Verbind de [MIDI OUT]-aansluiting met de MIDI IN-
aansluiting van de externe MIDI-sequencer met een in
de handel verkrijgbare MIDI-kabel.
2 Stel de synchronisatiefunctie van de externe MIDI-
sequencer in op “Slave”.
3 Druk op de [START/STOP] toets voor [MIDI].
Het MIDI-startbericht wordt verzonden.
4 Druk op de [MIDI] [ON/OFF]-toets.
De verzending van MIDI-berichten begint.