De geluidskenmerken wijzigen, Het geluid snel dempen, Instellingen voor geluid en display wijzigen – Sony CDX-M850MP User Manual
Page 166: Menu, 24 de geluidskenmerken wijzigen
24
De geluidskenmerken
wijzigen
U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en
het subwoofervolume regelen.
1
Druk herhaaldelijk op
(SOUND)
om het
gewenste item te selecteren.
Als u op (SOUND) drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
BASS (bass)
t
TREBLE (treble)
t
BALANCE (links-rechts)
t
FADER (voor-achter)
t
SUB (subwoofervolume)
2
Regel het gekozen item door op
<
of
,
te drukken.
Wanneer u de bedieningssatelliet gebruikt,
drukt u op (SOUND) en draait u aan VOL.
Het display keert na 3 seconden terug naar de
normale afspeelstand.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Het geluid snel dempen
(met de bedieningssatelliet of
kaartafstandsbediening)
Druk op
(ATT)
.
"ATT on" verschijnt kort in het display.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Instellingen voor geluid en
display wijzigen
— Menu
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Instelling
• Clock Adjust (pagina 10)
• CT (Clock Time) (pagina 21)
• Beep — de pieptoon in- en uitschakelen.
• AUX-A (pagina 28) — AUX-brondisplay in- of
uitschakelen.
Display
• Clock (Clock Information) — de klok en de
afspeelstand tegelijkertijd weergeven (on).
• A.IMG (Auto Image) (pagina 27) — de
displaybeelden voor een of alle displaystanden
doorlopen.
• Demo (Demonstration) — de
demonstratiestand in- of uitschakelen.
– Selecteer "on" om de demonstratiestand in te
schakelen.
– Selecteer "off" om de demonstratiestand uit te
schakelen.
• Info (Display Information) — de display-items
weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort)
aan de onderzijde van het display terwijl een
displaybeeld zichtbaar is.
– Selecteer "on" om display-items weer te
geven. Als u op (DSPL/PTY) drukt, wordt het
display-item gewijzigd.
– Selecteer "off" om geen display-items weer te
geven.
• Dimmer – de helderheid van het display
regelen.
– Selecteer "Auto" om het display alleen te
dimmen als u de lichten inschakelt.
– Selecteer "on" om het display te dimmen.
– Selecteer "off" om de dimmer uit te
schakelen.
• Contrast* — het contrast aanpassen als de
aanduidingen in het display niet goed leesbaar
zijn wegens de installatiepositie van het
apparaat.
• BlackOut — het display verdonkeren tijdens de
werking.
– Selecteer "on" om de aanduidingen te laten
verdwijnen.
De aanduidingen verdwijnen, maar het
apparaat reageert als u op een toets drukt.
– Selecteer "off" om het display helderder te
maken.