Karcher HDS 11-18 4 S Basic User Manual
Page 67
– 7
Apparaatschakelaar op de gewenste
bedrijfsmodus instellen.
Controlelampje klaar voor bedrijf licht
op.
Het apparaat draait kort en schakelt uit zo-
dra de werkdruk bereikt is.
Instructie: Lichten tijdens de werking de
controlelampjes pomp, draairichting, sto-
ring brander of motor op, het apparaat met-
een afzetten en de storing oplossen, zie
"Hulp bij storingen".
Handspuitpistool ontgrendelen.
Bij bediening van het handspuitpistool
schakelt het apparaat opnieuw in.
Instructie: Komt er geen water uit de
sproeier, de pomp ontluchten. Zie Hulp bij
storingen - "Het apparaat bouwt geen druk
op".
De temperatuurregelaar op de gewens-
te temperatuur instellen.
De reguleringsspindel in de richting van
de wijzers van de klok draaien: De
werkdruk verhogen (MAX).
De reguleringsspindel tegen de wijzers
van de klok in draaien: De werkdruk re-
duceren (MIN).
–
Ter milieubescherming zuinig omsprin-
gen met reinigingsmiddelen.
–
Het reinigingsmiddel moet geschikt zijn
voor het te reinigen oppervlak.
Met behulp van het reinigingsmiddel-
doseerapparaat de concentratie van
het reinigingsmiddel volgens de gege-
vens van de fabrikant inschakelen.
Instructie: Richtwaarden aan het bedie-
ningspaneel bij een maximale werkdruk.
Druk/temperatuur en reinigingsmiddel-
concentratie instellen volgens het te rei-
nigen oppervlak.
Instructie: Hogedrukstaal altijd eerst van
grotere afstand op het te reinigen object
richten, om schade door te hoge druk te
vermijden.
–
Vuil losmaken:
reinigingsmiddel zuinig verdelen en
1...5 minuten laten inwerken, maar niet
laten drogen.
–
Vuil verwijderen:
losgekomen vuil met hogedrukstraal af-
spoelen.
Verwijderen van lichte verontreinigingen en
schoonspoelen, bijv.: tuingereedschap, ter-
ras, werktuigen, enz.
Werkdruk indien nodig instellen.
Het apparaat werkt in het zuinigste tempe-
ratuurbereik.
Instructie: De temperatuur kan tot 60 °C
geregeld worden.
ƽ
Gevaar
Verbrandingsgevaar!
De temperatuurregelaar op de gewens-
te temperatuur instellen.
Wij bevelen de volgende reinigingstempe-
raturen aan:
–
Lichte verontreinigingen
30-50 °C
–
Eiwithoudende verontreinigingen, bijv.
in de levensmiddelindustrie
max. 60 °C
–
Reiniging motorvoertuigen, machines
60-80 °C
Apparaat inschakelen
Reinigingstemperatuur instellen
Werkdruk en volume instellen
Druk-/volumeregeling aan de pompeen-
heid
Werken met reinigingsmiddel
Reinigen
Aanbevolen reinigingsmethode
Werking met koud water
Eco-modus
Werking met heet water
67
NL