Veiligheidsinrichtingen – Karcher PC 60-130 T User Manual
Page 36
![background image](/manuals/433345/36/background.png)
-
2
–
Als er verbindingen met de netsnoer of
de verlengkabel worden vervangen,
moet ervoor worden gezorgd dat de
spatwaterbescherming en de mechani-
sche sterkte behouden blijven.
–
Het verlengsnoer moet de diameter
hebben die in het elektrisch schema
vermeld is en moet tegen spatwater be-
schermd zijn. De verbinding mag niet in
het water liggen.
–
Als er verbindingen met het netsnoer of
de verlengkabel worden vervangen,
moet ervoor worden gezorgd dat de
spatwaterbescherming en de mechani-
sche sterkte behouden blijven.
–
Het apparaat met de werkinstallaties
moet voor gebruik gecontroleerd wor-
den op deugdelijkheid en bedrijfsveilig-
heid. Indien zij niet in goede staat
verkeren, mag u de apparatuur niet ge-
bruiken.
–
Bij gebruik van het apparaat in gevaar-
lijke omgevingen (bijvoorbeeld tanksta-
tions) moeten de overeenkomstige
veiligheidsvoorschriften in acht geno-
men worden. Niet gebruiken in ruimtes
met ontploffingsgevaar.
–
Het apparaat moet op een effen, stevi-
ge ondergrond staan.
–
Alle stroomvoerende voorwerpen bin-
nen het werkgebied moeten spuitwater-
dicht zijn.
–
Als bescherming tegen spatwater moet
geschikte veiligheidskledij gedragen
worden, in het bijzonder een geschikte
veiligheidsbril en handschoenen.
–
Asbesthoudende en andere materialen
die gevaarlijke stoffen bevatten, moe-
gen niet afgespoten worden.
–
Er mogen uitsluitend reinigingsmidde-
len gebruikt worden die door de fabri-
kant zijn toegelaten.
–
De aanbevolen reinigingsmiddelen mo-
gen niet verdund gebruikt worden. De
producten zijn veilig aangezien ze geen
milieuonvriendelijke stoffen bevatten.
Bij contact van reinigingsmiddelen met
de ogen moeten deze grondig met wa-
ter gespoeld worden en bij inslikken
moet onmiddellijk een arts geraad-
pleegd worden.
–
De reinigingsvloeistoffen moeten in
overeenstemming met de informatie
van de fabrikant bereid, gebruikt en ge-
controleerd worden en, indien nodig op-
nieuw gestabiliseerd en gedoseerd
worden.
–
Degene die het apparaat bedient dient
het te gebruiken volgens de voorschrif-
ten. Deze dient rekening te houden met
de plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met het apparaat te letten
op derden.
–
Het apparaat mag alleen door perso-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun
vaardigheden in het bedienen hebben
aangetoond en uitdrukkelijk de op-
dracht hebben gekregen voor het ge-
bruik. Het apparaat mag niet worden
gebruikt door kinderen of jongeren.
–
Dit apparaat is niet bedoeld om door
personen met beperkte psychische,
sensorische of geestelijke vaardighe-
den te worden gebruikt.
Bij het transport moet het apparaat leegge-
maakt en stilgelegd worden.
–
Voor het reinigen en onderhouden van
het apparaat en het vervangen van on-
derdelen moet het apparaat uitgescha-
keld worden en moet de stekker
uitgetrokken worden.
ƽ
Waarschuwing
Verbrandingsgevaar bij onderhoudswerk-
zaamheden aan het verwarmingselement!
Apparaat laten afkoelen!
–
Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
–
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
paratuur dient volgens BGV A3 op vei-
ligheid te worden gecontroleerd.
Er mogen alleen toebehoren en onderde-
len gebruikt worden, die door de fabrikant
zijn goedgekeurd. Origineel toebehoren en
originele onderdelen staan er borg voor dat
het apparaat veilig en storingsvrij gebruikt
kan worden.
–
Bij de werking van het apparaat moet
voor voldoende verluchting en een regle-
mentaire dampafvoer gezorgd worden.
–
De dampafvoer mag niet geblokkeerd
worden.
–
Niet over de dampafvoer buigen of in de
dampafvoer grijpen.
–
Werkzaamheden aan het apparaat al-
tijd met geschikte handschoenen uit-
voeren.
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de be-
scherming van de gebruiker en mogen niet
buiten werking gezet of in hun functie om-
zeild worden.
De veiligheidsschakelaar onderbreekt het
reinigingsproces zodra de apparaatkap ge-
opend wordt. Afvoerpomp en draaiaandrij-
ving worden onmiddellijk uitgeschakeld.
Schakelt de verwarming uit zodra de toege-
stane maximumtemperatuur van de reini-
gingsvloeistof overschreden wordt.
Gebruik
Bediening
Transport
Onderhoud
Accessoires en reserveonderdelen
Heetwaterapparaten
Veiligheidsinrichtingen
Veiligheidsschakelaars
Temperatuurbegrenzer
36
NL