Karcher PC 100 M2 BIO User Manual
Page 52

– 3
bracht door een elektrotechnische installa-
teur, volgens IEC 60364.
De op het typeplaatje aangegeven span-
ning moet met de spanning van de stroom-
bron overeenkomen.
Het apparaat moet met een stekker op het
stroomnet aangesloten worden. Een on-
scheidbare verbinding met het stroomnet is
niet toegestaan. De stekker dient voor de
scheiding van het stroomnet.
Controleer netsnoer en stekker vóór ge-
bruik altijd op beschadigingen. Laat een
beschadigd netsnoer onmiddellijk vervan-
gen door een bevoegde klantendienst-/
elektromonteur.
–
Er wordt aanbevolen om dit apparaat
alleen aan een stopcontact aan te slui-
ten dat is beveiligd met een 30 mA ver-
liesstroomschakelaar.
–
De door de fabrikant voorgeschreven
stroomleiding moet gebruikt worden,
dat geldt ook bij een eventuele vervan-
ging van de leiding. Type zie onderde-
lenlijst.
–
De stekker nooit met natte handen aan-
raken.
–
Let erop dat netaansluiting en verleng-
snoer niet beschadigd raken door er-
overheen rijden, knellen, trekken en
dergelijke. Bescherm de kabel tegen
hitte, olie en scherpe randen.
–
Het verlengsnoer moet de diameter
hebben die in het elektrisch schema
vermeld is en moet tegen spatwater be-
schermd zijn. De verbinding mag niet in
het water liggen.
–
Als er verbindingen met het netsnoer of
de verlengkabel worden vervangen,
moet ervoor worden gezorgd dat de
spatwaterbescherming en de mechani-
sche sterkte behouden blijven.
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
–
Het apparaat met de werkinstallaties
moet voor gebruik gecontroleerd wor-
den op deugdelijkheid en bedrijfsveilig-
heid. Indien zij niet in goede staat
verkeren, mag u de apparatuur niet ge-
bruiken.
–
Bij gebruik van het apparaat in gevaar-
lijke omgevingen (bijvoorbeeld tanksta-
tions) moeten de overeenkomstige
veiligheidsvoorschriften in acht geno-
men worden. Niet gebruiken in ruimtes
met ontploffingsgevaar.
–
Het apparaat moet op een stevige on-
dergrond staan.
–
Alle stroomvoerende voorwerpen bin-
nen het werkgebied moeten spuitwater-
dicht zijn.
–
Als bescherming tegen spatwater moet
geschikte veiligheidskledij gedragen
worden, in het bijzonder een geschikte
veiligheidsbril en handschoenen.
–
Asbesthoudende en andere materialen
die gevaarlijke stoffen bevatten, mogen
niet gereinigd worden.
–
Er mogen uitsluitend reinigingsmidde-
len gebruikt worden die door de fabri-
kant zijn toegelaten.
–
Bij contact van reinigingsmiddelen met
de ogen moeten deze grondig met wa-
ter gespoeld worden en bij inslikken
moet onmiddellijk een arts geraad-
pleegd worden.
–
Degene die het apparaat bedient dient
het te gebruiken volgens de voorschrif-
ten. Deze dient rekening te houden met
de plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met het apparaat te letten
op derden.
–
Het apparaat mag alleen door personen
worden gebruikt die voor de omgang er-
mee zijn opgeleid of hun vaardigheden
in het bedienen hebben aangetoond en
uitdrukkelijk de opdracht hebben gekre-
gen voor het gebruik. Het apparaat mag
niet worden gebruikt door kinderen of
jongeren.
–
Het apparaat mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten zolang de motor
nog draait.
Gebruik
Bediening
52
NL