Metz MECABLITZ 50 AF-1 digital Pentax User Manual
Page 75

ń
9.6 Extended-zoomfunctie (‘Ex’)
Bij de extended-zoomfunctie wordt de zoomstand van de hoofdreflector
ቫ een
stap lager ingesteld dan de brandpuntsafstand van het objectief. De daaruit
resulterende, verbrede, grotere verlichtingshoek zorgt in ruimten voor extra
strooilicht (reflecties) en daardoor voor een zachter flitslicht.
Voorbeeld:
De brandpuntsafstand van het objectief op de camera bedraagt 50 mm. In de
extended-zoomfunctie stuurt de flitser de hoofdreflector naar de zoomstand van
35 mm. In het display wordt verder wel 50 mm aangegeven.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie
'Select', dat 'Zoom' aangegeven wordt
en 'Ex' knippert.
• Stel met de toetsen + en — dan de
gewenste instelling in.
– Bij de aanduiding ‘Ex On’ is de
extended-zoomfunctie geactiveerd.
– Bij de aanduiding ‘Ex OFF’ is de
extended-zoomfunctie gedeactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding
op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Na het activeren van de extended-zoomfunctie wordt in het display ‘Ex’ aange-
geven.
Het systeem bepaalt, dat de extended-zoomfunctie alleen brandpunts-
afstanden van 28 mm (kleinbeeldformaat) en langer ondersteunt. De
camera moet van een objectief met CPU zijn voorzien en de gegevens
van de brandpuntsafstand van het objectief doorgegeven hebben naar
de flitser.
9.7 Meter-Feet-omschakeling ( ‘m’ /’ft’)
De aanduiding van de reikwijdte in het display van de flitser kan naar keuze in
meters m of in feet ft plaatsvinden.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie ‘Select’, dat alleen de afstandsdimensie
‘m’ of ‘ft’ knippert.
• Stel met de toetsen + en — de gewenste instelling in.
– Bij de aanduiding ‘m’ staat de afstandsaanduiding in meters.
– Bij de aanduiding ‘ft’ staat de afstandsaanduiding in feet.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding op te knipperen en wordt de instel-
ling automatisch opgeslagen.
9.8 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter (REAR)
Sommige camera's bieden de mogelijkheid de flitser te synchroniseren bij het
dichtgaan van de sluiter (zie 11.3).
Afhankelijk van de er op ingestelde functie stelt de camera langere belichtings-
tijden in dan de flitssynchronisatietijd.
Bij sommige camera’s is in bepaalde functies (bijv. bepaalde vari-, c.q. onder-
werpsprogramma’s of bij een functie met flits vooraf tegen het ‘rode ogen-effect’
de REAR-functie niet mogelijk. De REAR-functie kan dan niet worden gekozen,
c.q. wordt automatisch uitgeschakeld of niet uitgevoerd (zie de gebruiksaan-
wijzing van de camera).
☞
75
OFF
Ex
☛
☛
Ex
On
Ex
☛
On
709 47 0191.A3 50AF-1 Pen. 17.12.2010 13:22 Uhr Seite 75