Gardman Coach Light translation User Manual
Page 8
Assemblage:
n
Zet de poot in elkaar en voeg de prikker toe.
n
Voeg de lantaarn op dit punt nog niet toe, anders kunt u
de lamp tijdens het in de grond plaatsen, beschadigen. Zie
‘Installatie’ hieronder.
n
Voor toegang tot de aan/uit-schakelaar draait u de lens
voorzichtig tegen de klok in om hem te verwijderen. Zet de
schakelaar aan de onderkant aan en plaats de lens terug.
Installatie:
n
De batterij wordt het beste opgeladen met maximaal
zonlicht. Dit geeft de beste resultaten.
n
Plaats de zonnelampen uit de buurt van afdekking of
schaduw, bij voorkeur de hele dag in de zon.
n
Vermijd andere lichtbronnen, omdat de zonnelichten
daardoor aan en uit gaan. Houd ongeveer 1,5 meter (5
voet) ruimte tussen deze en andere zonnelichten vrij.
n
Duw de prikker voorzichtig in de grond. Als de grond hard
is, maakt u eerst een gat zodat de prikker niet beschadigd
raakt.
n
Wanneer de prikker en steel in de gewenste positie staan,
voegt u de lantaarn toe.
n
Zonnelampen zijn niet erg helder of lichten niet lang op als
ze niet de hele dag in de zon hebben gestaan.
n
U kunt de batterijen vóór het gebruik ook eerst in een
oplader opladen.
Onderhoud:
n
Als de zonnepanelen vies worden, reduceert dit de
oplaadcapaciteit ervan. Maak de panelen af en toe met
een vochtige doek schoon. Vermijd ruwe reinigings- of
oplosmiddelen, aangezien het paneel hiermee beschadigd
kan raken.
n
U kunt de batterijen tijdelijk extra opladen met behulp
van een batterijoplader als er weinig zonlicht is geweest
of als u voor een speciale gelegenheid extra licht nodig
hebt.
n
De batterijen moeten om de 1-2 jaar worden vervangen,
afhankelijk van de omstandigheden waarin ze zijn
geplaatst. U kunt gemakkelijk bij de batterijen door het
paneel aan de onderkant van de lamp te verwijderen.
n
De batterijen (2 x AA per lamp) kunnen worden
vervangen met een nieuwe oplaadbare batterij van 1,2
volt, beschikbaar in winkels. Kies een batterij met een
lage uitvoer (mAh). De batterijen van Gardman zijn
ideaal voor dit doel.
n
Weinig zonlicht in de winter of onder zware
weersomstandigheden waar u woont, kan ertoe leiden
dat u besluit uw zonnelampen binnen te bewaren, totdat
de weersomstandigheden verbeteren. Als dat het geval
is, maakt u de lampen schoon en droog, schakelt u ze uit
of verwijdert u de batterijen. Bewaar de lampen op een
droge plek en zet ze in de lente weer in elkaar volgens
de beschrijving in ‘Installatie’.
Problemen oplossen:
Als uw zonnelamp ‘s nachts niet goed werkt, kan dit een
van de volgende oorzaken hebben:
n
Zorg dat de schakelaar, indien aanwezig, in de stand ON
(aan) staat en dat eventuele batterijtabs zijn verwijderd.
n
Als de lamp op een plek staat waar weinig zonlicht komt,
als er weinig zonlicht is of als de dagen kort zijn, wordt
de lamp minder lang verlicht.
n
Andere verlichting kan zorgen dat de zonnelamp gaat
knipperen of zelfs helemaal niet meer werkt.
n
Controleer of de batterijen moeten worden vervangen.
Zie ‘Onderhoud’ hierboven.