Nederlands> aansluiten van de apparatuur, Aansluitschema (afb. 12) – Pioneer DEH-P5730MP User Manual
Page 8
Opmerking:
•
Dit apparaat is bestemd voor inbouw in voertuigen
met een negatief geaarde 12-volts accu. Alvorens u
het installeert in een auto, bus, vrachtwagen of ander
voer- of vaartuig, dient u eerst te kontroleren of de
accuspanning de juiste is.
•
Om kortsluiting te vermijden, dient u vooral voor het
installeren de negatieve ≠ accukabel los te maken.
•
Zie voor het aansluiten van de eindversterker en
andere apparatuur de gebruiksaanwijzing en volg de
aanwijzingen nauwgezet op.
•
Houd de bedrading op zijn plaats met kabelklemmen
of met isolatieband. Wikkel ter bescherming ook iso-
latieband om de bedrading waar deze de metalen
oppervlakken van de auto raakt.
•
Leid de bedrading altijd zo dat deze niet in aanraking
kan komen met bewegende onderdelen zoals de ver-
snellingspook, de handrem en de geleiderails van de
stoelen. Zet de bedrading stevig vast en vermijd ook
plaatsen die warm worden, zoals bij een uitblaasopen-
ing van de autoverwarming. Als de isolatie smelt of
door beweging doorslijt, zou er kortsluiting kunnen
onstaan.
•
Leid de gele draad niet door het brandschot naar de
motorruimte voor aansluiting op de accu. Hierbij is de
kans groot op beschadiging van de isolatie en zeer
gevaarlijke kortsluiting.
•
Maak de bedrading niet korter. Bij inkorten van de
bedrading kan het beveiligingscircuit niet in werking
treden wanneer dat nodig is.
•
Tap geen stroom af van de bedrading door een stukje
isolatie te verwijderen en een andere draad aan de
kerndraad te verbinden. Hierdoor kan de maximale
stroomcapaciteit van de draad overschreden worden,
met als gevolg oververhitting.
•
Wanneer u de zekering vervang moet u uitsluitend
een zekering gabruiken van het vermogen zoals
aangegeven staat op dit toetel.
•
Aangezien er gebruik is gemaakt van een uniek BPTL
circuit, mag u de luidsprekersnoeren nooit recht-
streeks met de aarde verbinden en mag u ook niet de
negatieve ≠ luidsprekerdraden gemeenschappelijk
aansluiten.
•
De op dit toestel aangesloten luidsprekers moesten in
staat zijn hoge vermogens te verwerken, met een min-
imum opgegeven vermogen van 50W en een imped-
antie van 4 tot 8 Ohm. Sluit u luidsprekers aan die
niet aan deze eisen voldoen, dan bestaat er de kans
dat de luidsprekers in brand vliegen, beginnen te
roken of anderszins beschadigd raken.
•
Wanneer de signaalbron van dit product aan (ON)
staat, wordt er een controlesignaal geproduceerd via
de blauw/witte draad. Sluit deze aan op een systeem-
afstandsbediening van een externe power versterker,
of op de auto-antenne relais bedieningsaansluiting van
de auto zelf (max. 300 mA 12 Volt gelijkstroom). Als
de auto voorzien is van een glas-antenne, dient u de
aansluiting te maken op de aansluiting van de
stroomvoorziening van de antennebooster.
•
Als u met dit apparaat een externe eindversterker
gebruikt, let dan op dat u niet de blauw/witte draad
aansluit op de stroomvoorzieningsaansluiting van de
eindversterker. Sluit de blauw/witte draad ook niet
aan op de stroomaansluiting van de auto-antenne. Een
dergelijke aansluiting kan een te grote stroomafname
en daarmee storing veroorzaken.
•
Om kortsluiting te voorkomen dient u de losse draad
te isoleren met isolatieband. U moet ook eventueel
ongebruikte luidsprekerdraden netjes isoleren. Doet u
dit niet, dan blijft er gevaar van kortsluiting dreigen.
•
Om vergissingen te voorkomen is de ingangskant
van de IP-BUS aansluiting blauw uitgevoerd en de
uitgangskant zwart. Let op dat u bij het aansluiten
deze kleurcode volgt.
•
Bij inbouw van dit apparaat in een auto waarvan het
kontaktslot geen “ACC” stand heeft, dient u de rode
stroomdraad van dit apparaat aan te sluiten op een
aansluitpunt waarvan de stroom wordt in- en uit-
geschakeld door ON/OFF zetten van het kontakt-
sleuteltje. Als u deze stroomdraad aansluit op een
punt dat altijd stroom krijgt, kan de accu leegraken als
u de auto enkele uren ongebruikt laat.
•
De zwarte draad is de aardedraad. Aard deze draad
gescheiden van de aarde van toestellen met een hoog
vermogen, bijvoorbeeld eindversterkers.
De toestellen zouden namelijk mogelijk worden
beschadigd of er worde brand veroorzaakt indien u dit
toestel tezamen met andere toestellen aardt en de
aarde wordt ontkoppeld.
• Snoeren voor dit product en overeenkomende
snoeren voor andere producten hebbern mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van
dit product met een ander product daarom de
handleiding van beide producten en verbind de
snoeren met dezelfde functie met elkaar.
Aansluitschema (Afb. 12)
1. Dit product
2. Uitgang achter (REAR OUTPUT)
3. Vooruitgang (FRONT OUTPUT)
4. Antenne-aansluiting
5. IP-BUS-kabel
6. IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
7. Aansluiting voor de afstandsbediening met draad
Lees de handleiding van de afstandsbediening
met draad (los verkrijgbaar).
8. Multi CD-wisselaar
9. Zekering
10. Opmerking:
De functie van 3* en 5* is mogelijk versc
hillend afhankelijk van het type auto. Indien dit
het geval is moet u 2* met 5* en 4* met 3*
verbinden.
11. Verbind de draden van dezelfde kleur met elkaar.
12. Dopje (1*)
Niet verwijderen indien u deze aansluiting niet
gebruikt.
13. Geel (3*)
Ondersteuning (of accessoire)
14. Geel (2*)
Naar de aansluiting die altijd van stroom
voorzien wordt onafhankelijk van de stand van
het kontact.
15. Rood (5*)
Accessoire (of ondersteuning)
16. Rood (4*)
Naar de door het kontact (12 Volt gelijkstroom)
(ON/OFF) geregelde elektrische aansluiting.
17. Zwart (aarde)
Naar de (metalen) carrosserie van het voertuig.
18. ISO aansluiting
Opmerking:
In bepaalde auto’s is de ISO aansluiting mogelijk
in tweeën verdeeld. U moet in dat geval een
verbinding met beide aansluitingen maken.
19. Geel/zwart
Gebruikt u een cellulaire telefoon, sluit u deze
dan aan via de Audio Mute dempingsaansluiting
voor de cellulaire telefoon. Maakt u daarvan geen
gebruik, laat de Audio Mute dempingsaanslunit-
ing dan vrij, zonder hierop iets aan te sluiten.
20. Luidsprekerdraden
Wit
: Linksvoor +
Wit/zwart
: Linksvoor ≠
Grijs
: Rechtsvoor +
Grijs/zwart : Rechtsvoor ≠
Groen
: Linksachter +
Groen/zwart : Linksachter ≠
Paars
: Rechtsachter +
Paars/zwart : Rechtsachter ≠
21. Aansluitsnoeren met RCA stekkers
(los verkrijgbaar)
22. Eindversterker (los verkrijgbaar)
23. Blauw/wit
Naar de systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 Volt
gelijkstroom).
24. Systeem-afstandsbediening
25. Blauw/wit (7*)
Naar auto-antenne relaisbedieningsaansluiting
(max. 300 mA 12 Volt gelijkstroom).
26. Blauw/wit (6*)
27. De penposities van de ISO stekker kunnen
verschillen afhankelijk van het soort voortuig.
Sluit 6* en 7* aan wanneer Pen 5 van het
antenne-bedieningstype is. In andersoortige
voortuigen mag u 6* en 7* nooit aansluiten.
28. Voor-luidspreker
29. Links
30. Rechts
31. Achter-luidspreker
32. Maak deze verbindingen wanneer u de los
verkrijgbare versterker gebruikt.
Aansluiten van de apparatuur
ACC stand
ACC
ON
S
T
A
R
T
O
FF
ON
S
T
A
R
T
O
FF
Geen ACC stand
URD3864AN 04.12.22 0:50 PM Page 29