beautypg.com

Benaming en functie van de bedieningsorganen, 1 kanaal 1 ingangskeuzeschakelaar, 2 kanaal 2 ingangskeuzeschakelaar – Pioneer DJM-400 User Manual

Page 56: 3 trim regelaar, 4 kanaal-hogetonenregelaar (hi), 5 kanaal-middentonenregelaar (mid), 6 kanaal-lagetonenregelaar (low), 7 kanaalniveau-indicators, 8 kanaalfader-schuifregelaars, 9 kanaal 1 faderstarttoets/indicator (fader start)

background image

56


Du

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

MIC

HEADPHONES

POWER

MAX

MIN

MASTER

CH-1

CH-2

HI

LOW

BPM

AUTO

TAP

PITCH

ERASE

BEAT

1

3 4

1 1

2 1

4 1

1 2

2

4

8

16

DELAY

1

2

MIC

MASTER

FILTER

ECHO

FLANGER

PHASER

ROBOT

ROLL

IN-LOOP

SAMPLER

CH. SELECT

LEVEL/DEPTH

ON/OFF

CD 1

+ 9

0

PHONO 1
/LINE 1

CD 2

PHONO 2
/LINE 2

2 CHANNEL DJ MIXER

TRIM

+ 9

HI

+ 9

MID

+ 9

LOW

+ 9

TRIM

+ 9

HI

+ 9

MID

+ 9

LOW

EQ

EQ

MASTER

LEVEL

OVER

4

2

0

0

-2

-4

-10

dB

dB

OVER

4

2

-2

-4

-10

THRU

OFF

TALK

OVER

MIC

MIC 1 LEVEL

MASTER

BEAT EFFECTS

0

LEVEL

0

MIC 2 LEVEL

0

FADER
START

FADER

START

LEVEL

PHONES

EQ

ON

BANK

BEAT

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

24

25

14

13

20

21

22

23

15

16

17

18

19

1

26

27

28

29

30

2

3

4

4

3

5

5

6

7

8

10

6

9

11

8

12

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

1 Kanaal 1 ingangskeuzeschakelaar

CD 1:

De CD ingangsaansluitingen (lijnniveau-ingangssignaal) zijn gekozen.

PHONO 1/LINE 1:

De PHONO/LINE ingangsaansluitingen zijn gekozen.
¶ De PHONO/LINE schakelaar op het aansluitingenpaneel wordt

gebruikt om de functie van de kanaal 1 aansluitingen om te
schakelen tussen platenspeleringang (ingangssignaal van
analoge platenspeler) en lijningang (lijnniveau-ingangssignaal).

2 Kanaal 2 ingangskeuzeschakelaar

CD 2:

De CD ingangsaansluitingen (lijnniveau-ingangssignaal) zijn gekozen.

PHONO 2/LINE 2:

De PHONO/LINE ingangsaansluitingen zijn gekozen.
¶ De PHONO/LINE schakelaar op het aansluitingenpaneel wordt

gebruikt om de functie van de kanaal 2 aansluitingen om te
schakelen tussen platenspeleringang (ingangssignaal van
analoge platenspeler) en lijningang (lijnniveau-ingangssignaal).

3 TRIM regelaar

Voor het instellen van het ingangsniveau van elk kanaal.
(Instelbereik: –

∞ tot +9 dB, middenstand is ongeveer 0 dB)

4 Kanaal-hogetonenregelaar (HI)

Voor het instellen van de hoge frequenties (hoge tonen) van elk
kanaal (met afbreekfunctie). (Instelbereik: –

∞ tot +9 dB)

5 Kanaal-middentonenregelaar (MID)

Voor het instellen van de middenrequenties
(middentonen) van elk kanaal (met afbreekfunctie).
(Instelbereik: –

∞ tot +9 dB)

6 Kanaal-lagetonenregelaar (LOW)

Voor het instellen van de lage frequenties (lage
tonen) van elk kanaal (met afbreekfunctie).
(Instelbereik: –

∞ tot +9 dB)

7 Kanaalniveau-indicators

Deze indicators tonen het huidige niveau voor elk
kanaal, met een 0,6-seconde piekvasthoudfunctie.

8 Kanaalfader-schuifregelaars

Voor het instellen van het geluidsvolume van elk
kanaal. (Instelbereik: –

∞ tot 0 dB)

9 Kanaal 1 faderstarttoets/indicator

(FADER START)

Bij enkele malen indrukken van deze toets wordt de
faderstart/terug-naar-cue functie voor de DJ CD-
speler aangesloten op kanaal 1 beurtelings in/
uitgeschakeld. De toets licht op wanneer de functie
ingeschakeld is. Als de functie ingeschakeld is, zal de
werking verschillen afhankelijk van de instelling van
de kruisfader-keuzeschakelaar.
¶ Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de linkerstand

(THRU) staat, is de functie gekoppeld aan de
bediening van de kanaalfader-schuifregelaar (en
niet gekoppeld aan de kruisfader).

¶ Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de midden-

stand (

) of de rechterstand (

) staat, is de

functie gekoppeld aan de kruisfader-schuifregelaar
(en niet gekoppeld aan de kanaalfader).

10 Kanaal 2 faderstarttoets/indicator

(FADER START)

Bij enkele malen indrukken van deze toets wordt de
faderstart/terug-naar-cue functie voor de DJ CD-
speler aangesloten op kanaal 2 beurtelings in/
uitgeschakeld. De toets licht op wanneer de functie
ingeschakeld is. Als de functie ingeschakeld is, zal de
werking verschillen afhankelijk van de instelling van
de kruisfader-keuzeschakelaar.

¶ Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de linkerstand (THRU) staat,

is de functie gekoppeld aan de bediening van de kanaalfader-
schuifregelaar (en niet gekoppeld aan de kruisfader).

¶ Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de middenstand ( ) of de

rechterstand (

) staat, is de functie gekoppeld aan de kruisfader-

schuifregelaar (en niet gekoppeld aan de kanaalfader).

11 Kruisfader-keuzeschakelaar

Met deze schakelaar kunt u instellen of de kruisfader wel of niet gebruikt
moet worden en tevens kunt u uit twee typen kruisfadercurven kiezen.
¶ Als de schakelaar in de linkerstand (THRU) staat, is de kruisfader

uitgeschakeld en is de kanaalfaderuitvoer gemengd zonder dat
deze via de kruisfader loopt.

¶ Als de schakelaar in de middenstand ( ) staat, is de kruisfader

ingeschakeld en is er een langzaam stijgende curve gekozen.

¶ Als de schakelaar in de rechterstand (

) staat, is de kruisfader

ingeschakeld en is er een snel stijgende curve gekozen (zodra de
schuifregelaar de [< 1] kant verlaat, hoort u het [2 >] geluid).

12 Kruisfader-schuifregelaar

Het geluid van kanaal 1 en kanaal 2 wordt uitgevoerd
overeenkomstig de kruisfadercurve die gekozen is met de kruisfader-
keuzeschakelaar. De kruisfaderfunctie werkt niet wanneer de
kruisfader-keuzeschakelaar in de [THRU] stand staat.