Veiligheidsinstructies veiligheidsinrichtingen, Inbedrijfstelling – Karcher HDS 5-11 UX User Manual
Page 53
– 3
–
Overeenkomstige nationale voorschrif-
ten van de wetgever voor stralers van
vloeistoffen in acht nemen.
–
Overeenkomstige nationale voorschrif-
ten van de wetgever inzake ongevallen-
preventie in acht nemen. Stralers van
vloeistoffen moeten regelmatig gecon-
troleerd worden en het resultaat van de
controle moet schriftelijk vastgelegd
worden.
–
De verwarmingseenheid van het appa-
raat is een stookinrichting. Stookinrich-
tingen moeten regelmatig
gecontroleerd worden volgens de natio-
nale voorschriften van de wetgever.
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de be-
scherming van de gebruiker en mogen niet
buiten werking gezet of in hun functie om-
zeild worden.
De drukschakelaar schakelt het apparaat
bij het sluiten van het handspuitpistool uit
en bij het openen ervan opnieuw in.
–
De veiligheidsklep gaat open bij over-
druk in de ketel of wanneer de over-
stroomklep resp. de drukschakelaar
defect is.
–
De veiligheidsklep is in de fabriek inge-
steld en verzegeld. Instelling uitsluitend
door de klantendienst.
De watertekortbeveiliging verhindert dat de
brander in geval van watertekort ingescha-
keld wordt.
De uitlaatgastemperatuurregelaar schakelt
het apparaat uit indien de uitlaatgassen
een te hoge temperatuur bereikt hebben.
Het spoelbeschermcontact in de motor-
spoel van de pompaandrijving schakelt de
motor uit bij een thermische overbelasting.
De veiligheidspal aan het handspuitpistool
verhindert onbedoeld inschakelen van het
apparaat.
ṇ
Waarschuwing
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.
Spuitstuk met handspuitpistool verbin-
den.
Sproeier op de straalpijp monteren
(markeringen op de stelring bovenaan).
Apparaat zonder slangtrommel:
Hogedrukslang aan de hogedrukaan-
sluiting van het apparaat monteren.
ƽ
Gevaar
Explosiegevaar! Uitsluitend diesel of lichte
stookolie vullen. Het gebruik met biodiesel
conform EN 14214 (vanaf een buitentem-
peratuur van 6 °C) is mogelijk. Ongeschikte
brandstoffen, zoals bijvoorbeeld benzine,
mogen niet gebruikt worden.
Voorzichtig
Apparaat nooit gebruiken met een leeg
brandstofreservoir. De brandstofpomp
wordt anders vernield. Dat geldt ook bij de
werking met koud water.
Tankdop openen.
Brandstof bijvullen.
Tankdop sluiten.
Overgelopen brandstof wegvegen.
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinrichtingen
Drukschakelaar
Veiligheidsklep
Watertekortbeveiliging
Uitlaatgastemperatuurregelaar
Spoelbeschermcontact
Veiligheidspal
Inbedrijfstelling
Handspuitpistool monteren
Brandstof navullen
53
NL