beautypg.com

Gebruik – Velleman CAMCOLVC18 User Manual

Page 17

background image

CAMCOLVC18

V. 04 – 06/09/2013

17

©Velleman nv

6.2 De camera monteren op een stuur
1.
Schuif de stuurbeugel [13] op het stuur (zie afbeelding B).

Tip: Indien nodig, plaats één of meerdere rubberen plaatjes tussen de

beugel en het stuur voor een stevige greep.

2. Bevestig de beugel met de schroef en bout [14] (zie afbeelding C).

3. Schuif de cameravoet in de stuurbeugel totdat deze op haar plaats

vastklikt (zie afbeelding D).

4. Stel de camerapositie in: draai de ring [5] los, stel de positie in, draai

daarna opnieuw vast om de camera goed op haar plaats te houden.

5. Om de beugelpositie te regelen: schroef de bout [14] los, plaats de

beugel opnieuw op het stuur, draai daarna de bout opnieuw vast (zie

afbeelding E).

6. Om de camera opnieuw van de beugel te nemen, druk de klem [12]

van de cameravoet samen en schuif de camera uit de beugel.

6.3 De camera monteren op een helm met de rubberen band
1.
Haal de rubberen band [17] door de helmbeugel [15] (zie

afbeelding F).

2. Trek de band over de helm met de beugel in de gewenste positie (zie

afbeelding G).

3. Zorg ervoor dat de band stevig vastzit rond de helm.

4. Schuif de camera in de beugel (zie afbeelding H).

5. Stel de camerapositie in: draai de ring [5] los, stel in, draai daarna

opnieuw vast om de camera goed op haar plaats te houden.

6.4 De camera monteren op een helm met klittenband
1.
Haal het klittenband [16] door de helmbeugel [15] (zie afbeelding F).

2. Plaats de beugel op de helm in de gewenste positie en haal het

klittenband door de ventilatieopeningen van de helm (zie afbeelding I).

3. Trek het klittenband strak en bevestig de uiteinden om de beugel op

zijn plaats te houden.

4. Schuif de camera in de beugel (zie afbeelding J).

5. Stel de camerapositie in: draai de ring [5] los, stel in, draai daarna

opnieuw vast om de camera goed op haar plaats te houden.

7. Gebruik

7.1 Batterijen

U mag batterijen nooit doorboren of in het vuur gooien. Herlaad

geen alkalinebatterijen. Gooi batterijen weg volgens de plaatselijke

milieuwetgeving. Houd batterijen uit het bereik van kinderen.