Festool DR 20 User Manual
Page 29

DR 20 E
29
NL
gereedschap kan zich vasthaken en tot het
verlies van de controle over het elektrische ge-
reedschap leiden.
– Het apparaat mag niet nat zijn of in een vochtige
omgeving worden gebruikt. Sluit apparaten die
buiten worden gebruikt via een differentiaal-vei-
ligheidschakelaar (FI-) met maximaal 30mA uit-
schakelstroom aan. Gebruik alleen
verlengsnoeren die voor buiten zijn toegestaan.
– Draag een passende persoonlijke veiligheids-
uitrusting: gehoorbescherming, veiligheidsbril,
stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof vrij-
komt en veiligheidshandschoenen bij het bewer-
ken van ruwe materialen en het wisselen van
gereedschap.
– Ter voorkoming van gevaarlijke situaties regel-
matig de stekker en kabel controleren en deze bij
beschadiging door een geautoriseerde onder-
houdswerkplaats laten vernieuwen.
– Geleid het snoer altijd naar achteren van de ma-
chine weg.
– Let bij het boren in wanden op eventueel aanwe-
zige gas-, stroom- of waterleidingen.
ATTENTIE! Terugslag!
Draaibeweging: apparaat direct uitschake-
len!
5.3
Emissiewaarden
De volgens EN 60745 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Trillingsemissiewaarde a
h
(vectorsom van drie
richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens EN
60745:
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te ma-
ken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepassin-
gen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoen-
de onderhoud. Neem de vrijloop- en stilstandtijden
van de machine in acht!
6
Inwerkingstelling
In-/uit-schakelaar [1-4]
Indrukken = AAN, Loslaten = UIT
Afhankelijk van de druk op de in-/uit-schake-
laar is het toerental traploos regelbaar.
7
Instellingen
7.1
Draairichting wijzigen [1-3]
• Schakelaar naar links = rechtsloop
• Schakelaar naar rechts = linksloop
8
Gereedschapopname, aanzetstuk-
ken
8.1
Gereedschapopname in de boorspindel
[2]
Bits kunnen direct in de binnenzeskantopname van
de boorspindel worden geplaatst.
8.2
Boorhouder [1-1]
In de boorhouder [1-1] dienen boren [5] en bits ge-
spannen te worden.
Geluidsdrukniveau
L
PA
= 88 dB(A)
Geluidsvermogenniveau
L
WA
= 99 dB(A)
Onzekerheid
K = 3 dB
VOORZICHTIG
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
Draag gehoorbescherming!
Boren in metaal
a
h
=2,6 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
Schroeven
a
h
=2,6 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
WAARSCHUWING
Ontoelaatbare spanning of frequentie!
Risico van ongevallen
Gegevens op het typeplaatje in acht nemen.
Landspecifieke bijzonderheden in acht nemen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine
altijd de stekker uit het stopcontact!