beautypg.com

Festool CT 36 E-LE-AC CLEANTEX User Manual

Page 41

background image

CLEANTEX

41

NL

8

Veilig werken

8.1

Bediening

Slangdepot: Na beëindiging van het werk
kunt u de afzuigslang door de opening

[4-3]

leiden en in het opbergvak leggen. Door de
opening

[4-2]

kunt u het netsnoer inbrengen

en ook in het opbergvak leggen.
Systaineropbergruimte SysDoc: Aan het
steunvlak kan m.b.v. de beide schuiven

[4-1]

een Systainer worden bevestigd.

8.2

Droge stoffen opzuigen

Na het afzuigen van vloeistoffen is het filte-
relement vochtig. Een vochtig filterelement
loopt sneller dicht wanneer er droge stoffen
worden opgezogen. Om deze reden dient het
filterelement voor het opzuigen van stoffen
gedroogd of door een droog exemplaar ver-
vangen te worden.

8.3

Vloeistoffen opzuigen

Verwijder voor het opzuigen van vloeistoffen
de filter- of wegwerpstofzak (zie hoofdstuk
9.1). Het gebruik van een speciaal natfilter
wordt aanbevolen.
Bij het bereiken van het maximale niveau
wordt het afzuigen automatisch onderbro-
ken.

8.4

Het antistatic-systeem

Tijdens het zuigen ontstaan er statische op-
ladingen door wrijving in de afzuigslang.
Deze kunnen zich voor de bediener op on-
aangename wijze, namelijk als elektrische
schokken, manifesteren. De mobiele stofaf-
zuiger is standaard uitgerust met een an-
tistatic-systeem om deze statische opladin-
gen af te leiden. Hiervoor dient echter de bij-
gevoegde antistatische afzuigslang te
worden gebruikt.

8.5

Na afloop van het werk

X

Schakelt u de mobiele stofafzuiger uit en
haalt u de stekker uit het stopcontact.

X

Wikkelt u de aansluitkabel op.

X

Maakt u de vuilcontainer leeg.

X

Berg de mobiele stofafzuiger op in een
droge ruimte, beschermd tegen onbe-
voegd gebruik.

9

Onderhoud en verzorging

Ten minste eenmaal per jaar dient door de
fabrikant of iemand die hiervoor geschoold is
een stoftechnische controle uitgevoerd te
worden, bijv. op beschadiging van het filter,
de dichtheid van het apparaat en de werking
van de controleapparatuur.
Bij het uitvoeren van onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden dienen alle verontreinig-
de voorwerpen die niet naar tevredenheid
gereinigd kunnen worden, afgevoerd te wor-
den. Dergelijke voorwerpen dienen in niet-
doorlatende zakken afgevoerd te worden in
overeenstemming met de gangbare voor-
schriften voor het opruimen van dit soort af-
val.
Beschadigde beveiligingsinrichtingen en on-
derdelen moeten op deskundige wijze in een
erkende en gespecialiseerde werkplaats ge-
repareerd en vervangen worden, voor zover
niets anders in de gebruiksaanwijzing aange-
geven is.

9.1

Filterzak (FIS-CT 26/36) vervan-
gen

Filterzak plaatsen

[5]

X

Open de sluitklemmen

[2-2]

en neem het

bovendeel van het apparaat

[2-1]

weg.

X

Breng een nieuwe filterzak (FIS-CT 26/
36) in (Afbeelding

[5]

). Belangrijk: De

filterzakkraag krachtig op de inlaatfitting
drukken.

X

Plaats het bovendeel

[2-1]

terug en zet de

sluitklemmen

[2-2]

vast.

L Let erop dat de filterzak niet tussen het

boven- en ondergedeelte ingeklemd
raakt.

VOORZICHTIG

Uittredend schuim en vloeistoffen

X

Schakel het apparaat direct uit en maak de
vuilcontainer leeg.

WAARSCHUWING

Gevaar voor letsel, elektrische schok-
ken

X

Haal vóór alle onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden de stekker altijd uit het
stopcontact!

X

Alle onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden, waarvoor het vereist is de motor-
behuizing te openen, mogen alleen door
een geautoriseerde onderhoudswerk-
plaats worden uitgevoerd.