Festool kapex_kappanschlag User Manual
Page 19

19
2.5 Meetlint,
meetlintklem
– Zet het meetlint (5.1) in het uitschuifbare
uiteinde.
– Leid het meetlint (5.2) eerst door de bo-
venste groeven van het uitschuifbare uit-
einde en vervolgens van het verstelbare
tussenstuk en het aanslagprofi el.
– Open de draaiknop (5.4) van de meetlint-
klem.
– Breng de gleufsteen van de meetlintklem in
de groef (5.3) van het aanslagprofi el in.
– Zet de meetlintklem in het voorste gedeelte
van het meetlint vast door de draaiknop
(5.4) vast te draaien.
2.6 Oplegplaat
De oplegplaat (1.4) dient ter ondersteuning
van langere werkstukken.
– Schroef de oplegplaat aan de uitsparing
(6.4) met de draaiknop (6.5) en de pas-
veer (6.1) aan de groef (6.2) van het
aanslagprofi el vast. Let op: Hierbij dienen
de beide nokken (6.3) in de groef (6.2) te
vergrendelen.
2.7 Steun
De steun (1.3) dient ter ondersteuning van
hoge werkstukken.
– Open de draaiknop (7.1) voor de klemming
van de steun.
– Breng de gleufsteen (7.3) in de bovenste
groef (7.2) van het aanslagprofi el of het
verstelbare tussenstuk in.
– Verschuif de steun in de gewenste stand.
– Zet de steun vast door de draaiknop (7.1)
vast te draaien.
2.8 Aanslagruiter
Met de aanslagruiter (1.5) wordt de afstand
tot het zaagblad ingesteld en daarmee de
lengte van het te zagen werkstuk.
– Open de draaiknop (1.11) aan het verst-
elbare tussenstuk.
– Schuif het aanslagprofi el (1.1) en het tus-
senstuk (1.6) ca. 8 cm van elkaar.
– Open de draaiknop (8.1) voor de klemming
van de aanslagruiter.
– Breng de gleufsteen (8.3) in de bovenste
groef (8.2) van het aanslagprofi el of het
verstelbare tussenstuk in.
– Verschuif de aanslagruiter in de gewenste
stand.
– Zet de aanslagruiter vast door de draaiknop
(8.1) vast te draaien.
Speling bij de aanslagruiter instellen
– Draai (openen of sluiten) aan de beide
schroeven (8.4) tot de aanslagruiter spe-
lingsvrij, maar nog soepel, in de groef kan
worden bewogen.
3 Instellingen
3.1 Meetlint
Om te voorkomen dat het meetlint in aanra-
king komt met het zaagblad begint dit pas bij
30 cm. Daarom moet u de juiste afstand van
het meetlint tot het zaagblad instellen:
– Stel bij de KS 120 een horizontale en ver-
ticale verstekhoek van 0° in.
– Leg een werkstuk (9.4) met een lengte van
450 mm langs de zijkant van het zaagblad
(9.3) van de KS 120.
– Schuif de aanslagruiter (9.1) tegen het
werkstuk. Klem de aanslagruiter in deze
stand vast.
– Open de draaiknop (9.5) van de meetlint-
klem.
– Verschuif het meetlint totdat aan de kant
(9.2) van de aanslagruiter maat 450 mm
wordt aangegeven.
– Klem het meetlint met de meetlintklem
(9.5) in deze stand vast. Het meetlint ge-
eft nu de exacte afstand tot het zaagblad
aan. De afstand van de aanslagruiter tot
het zaagblad kunt u bij de kant (9.2) afl e-
zen.
3.2 Lengte-instelling
Na het openen van de draaiknop (1.12)
kunt u het uiteinde (1.7) in- en uitschui-
ven. De maximale uittreklengte bedraagt
2300 mm.
Na het openen van de draaiknop (1.11) kunt
u het tussenstuk bewegen.
4 Werken
Om een werkstuk op een bepaalde lengte af
te korten gaat u als volgt te werk:
– Stel de gewenste maat bij de aanslagruiter
in.
– Leg het werkstuk tegen de aanslagruiter.
– Zaag het werkstuk door met de KS 120.