beautypg.com

Festool HL 850 EB User Manual

Page 27

background image

27

passingen, met ander inzetgereedschap of bij

onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en

stilstandtijden van de machine in acht!

3

Elektrische aansluiting en inbedrijfstel-
ling

De netspanning dient overeen te komen

met de indicatie op de kenplaat

Om het apparaat in te schakelen drukt u eerst

op de inschakelvergrendeling (1.1), en daarna

gebruikt u de schakelaar (1.2) (indrukken = IN,

loslaten = UIT).

4

Elektronica

De machine bezit een volledige golfelek-

tronica met de volgende kenmerken:

Zachte aanloop
De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aan-

loop van de machine.

Constant toerental
Het vooraf ingestelde toerental wordt bij onbelast

toerental en bij bewerking constant gehouden.

Rem (HL 850 EB)
Bij het uitschakelen wordt het gereedschap in 1,5

– 2 seconden elektronisch tot stilstand afgeremd.

5

Instellingen aan de machine

Als aan de machine wordt gewerkt, dient

altijd de stekker uit het stopcontact te

worden gehaald!

5.1

Instelling spaandiepte.

- Open de vergrendeling (3.1) door deze naar

achteren te drukken.

- Stel de spandikte in door aan de handgreep (3.2)

te draaien. De schaal (3.3) geeft de ingestelde

spandikte weer.

- Sluit de vergrendeling (3.1) door deze naar vo-

ren te drukken, om de ingestelde spandikte te

fi xeren.

De maximale spaandiepte bedraagt 3,5 mm. Om

de machine niet te overbelasten adviseren wij bij

een schaafbreedte van meer dan 40 mm met niet

meer dan 2,5 mm bij te stellen.

Door de handgreep voorbij de 0 mm markering te

draaien komt deze in de stand P = Parkeerstand.

In de stand P is de beitel van de schaafkop volledig

teruggetrokken achter de schaafzool. Let op: Dit

geldt niet voor de rustiek-schaafkoppen.

5.2

Schaafkop, schaafmes

Gebruik alleen scherpe en onbeschadigde

schaafbeitels. Botte beitels verhogen

het terugslaggevaar en verminderen de

kwaliteit van het schaafwerk.

De schaaf is standaard uitgerust met schaafkop

HK 82 SD. De schaafkop beschikt over schuin

ingezette snijvlakken, waardoor de schaafbeitels

niet nageslepen kunnen worden.

Wisseling van schaafkop
- Houd de spilvergrendeling (1.6) ingedrukt.

- Open de schroef (2.2) met de zeskantsleutel

(2.7).

- Trek de schaafkop (2.6) van de as.

- Verwijder eventuele afzettingen van de as.

- Plaats een nieuwe schaafkop op de as.

- Bevestig de nieuwe schaafkop met de spanring

(2.4), de sluitring (2.3) en de schroef (2.2). Draai

de schroef (2.2) goed vast.

Wisseling van schaafbeitel
- Draai met de zeskantsleutel (1.4) de drie schroe-

ven (4.1) in de schaafkop los.

- Trek het spiraalmes (4.2) zijwaarts uit de schaaf-

kop.

- Maak de opnamesleuf voor de schaafbeitel

schoon. Let op: Om corrosie van de schaaf-

kop te voorkomen moet de pH-waarde van het

gebruikte reinigingsmiddel tussen de 4,5 en 8

liggen.

- Schuif een nieuw spiraalmes (4.2) met de kant

van het opschrift in de richting van de achterste

schaafzool in de opnamesleuf van de schaafkop.

- Breng met behulp van een lineaal (4.3) de

schaafbeitel in zo‘n stand dat de voorkant ervan

op één lijn staat met de voorste en achterste

schaafzool.

- Draai eerst de middelste en daarna de beide

buitenste schroeven (4.1) vast.

5.3

Montage van de geleiders.

(ten dele Accessoires)
Sponningdieptegeleider FA-HL
De sponningdieptegeleider (2.1) wordt in de

schroefdraaduitboring (2.14) aan de rechterkant

van het apparaat gezet.

Hij kan traploos volgens schaal tussen 0 en 30

mm ingesteld worden. De ingestelde sponning-

diepte wordt afgelezen bij de markering aan de

ribbel (2.13).
Parallelaanslag PA-HL
De breedtegeleider (2.11) wordt in de schroef-