beautypg.com

Linksys UWAG200G User Manual

Page 659

background image

72

Bijlage E: Verklarende woordenlijst

Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik

Opstarten - Een apparaat opstarten zodat het apparaat instructies gaat uitvoeren.

Pakket - Een gegevenseenheid die over een netwerk wordt verzonden.

PEAP (Protected Extensible Authentication Protocol) - Een wederzijdse verificatiemethode waarbij een
combinatie van digitale certificaten en een ander systeem, bijvoorbeeld wachtwoorden, wordt gebruikt.

Ping (Packet INternet Groper) - Een internethulpprogramma dat wordt gebruikt om vast te stellen of een bepaald
IP-adres on line is.

Poort - Het aansluitingspunt op een computer of netwerkapparaat dat wordt gebruikt voor het aansluiten van
kabels of adapters.

POP3 (Post Office Protocol 3) - De standaard-e-mailserver die het meest wordt gebruikt op internet.

Power over Ethernet (PoE) - Een technologie waarmee een Ethernet-netwerkkabel kan fungeren als
gegevenskabel en stroomkabel tegelijk.

PPPoE (Point to Point Protocol over Ethernet) - Een type breedbandverbinding dat naast gegevenstransport ook
voorziet in verificatie (gebruikersnaam en wachtwoord).

PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) - Een VPN-protocol waarmee het Point to Point Protocol (PPP) kan
worden getunneld over een IP-netwerk. Dit protocol wordt in Europa ook gebruikt als een soort
breedbandverbinding.

Preambule - Het gedeelte van het signaal voor draadloze communicatie waarmee netwerkverkeer wordt
gesynchroniseerd.

RADIUS (Remote Authentication Dial-In User Service) - Een protocol waarbij een verificatieserver wordt gebruikt
om netwerktoegang te regelen.

RJ-45 (Registered Jack-45) - Een Ethernet-aansluiting die maximaal acht draden kan bevatten.

Roaming - De mogelijkheid om een draadloos apparaat uit het bereik van een toegangspunt binnen het bereik
van een ander toegangspunt te brengen zonder dat de verbinding wordt verbroken.

Router - Een netwerkapparaat waarmee meerdere netwerken met elkaar worden verbonden.

RTS (Request To Send) - Een vorm van netwerkgebruik waarbij grote pakketten worden gecoördineerd via de
instelling RTS Threshold (RTS-drempel).