Toepassingsvoorbeeld – Powerfix Z22855 User Manual
Page 54
NL/BE
54
Schuif de buitenste mesbekken
11
zo ver naar elkaar toe
tot het te meten voorwerp aan beide kanten geraakt wordt.
Let erop dat het te meten voorwerp niet door te veel druk
beschadigd wordt.
Voorwerp van binnen meten:
j
Zet de binnenste mesbekken
2
van binnen tegen het te
meten voorwerp aan.
j
Draai het draaiwiel
7
tegen de klok in naar buiten. Schuif
de binnenste mesbekken
2
zo ver uitelkaar totdat het te
meten voorwerp aan beide binnenste kanten geraakt wordt.
Let erop dat het te meten voorwerp niet door te veel druk
beschadigd wordt.
Diepte van een voorwerp meten:
j
Schuif de dieptevoeler
6
uit de schuifmaat.
j
Zet de dieptevoeler
6
aan het te metenden voorwerp, tot
deze het oppervlakte raakt (b.v. binnen een gat).
j
Schuif het lichaam van de schuifmaat naar beneden tot U
een weerstand voelt.
j
Let erop dat U de dieptevoeler
6
of het te meten voorwerp
niet door te veel druk beschadigt.
j
Het LCD-display
5
geeft nu de maat aan.
j
Schuif na het meten de buitenste meetbekken
11
/ binnenste
mesbekken
2
weer bij elkaar doordat U het draaiwiel
7
met de klok mee naar binnen draait.
j
Schakel het LCD-display
5
weer uit door de AAN- /
UIT-toets
10
te drukken.
Aanwijzing: Na ong. 3 minuten schakelt het LCD-
display zich
5
automatisch uit.
j
Draai de veiligheidsschroef
4
weer vast door deze met de
klok mee te draaien, totdat U een weerstand voelt.
Q
Toepassingsvoorbeeld
Aanwijzing: Om te meten volg altijd de aanwijzingen op die
in het hoofdstuk „schuifmaat gebruiken“ staan.
Vergelijking tussen stekker en gat (zie afb. C):
j
Meet eerst de afmeting van de stekker.
j
Noteer indien nodig de meetwaarde.
j
Meet daarna de afmeting van het gat.
Afwijkingen van een referentieafmeting (zie afb. D):
j
Meet de afmetingen van een referentievoorwerp (hier A).
j
Laat de meetbekken
2
/
11
in deze positie en druk op de
toets voor de nulstelling (ZERO)
9
.
j
Meet aansluitend de afmetingen van het tweede voorwerp.
Het LCD-display
5
toont nu de afwijking van de afmetingen
van het tweede voorwerp tegenover de afmetingen van het
referentievoorwerp (A).