Parkside PTK 2000 A1 User Manual
Page 39
34
NL
І BE
2
Onderhoud en instandhouding
–
Haal bij instel- of onderhoudswerkzaamheden
altijd de stekker uit het stopcontact.
–
De geluidsproductie is afhankelijk van verschil-
lende factoren, zoals de kwaliteit van het zaagblad
en de toestand van het zaagblad en de machine.
Gebruik, indien mogelijk, zaagbladen die zijn ont-
worpen voor een lagere geluidsproductie, voer
regelmatig onderhoud uit aan machine en toebe-
horen en verricht zo nodig herstelwerkzaamheden
om de geluidsproductie te verminderen.
–
Meld aangetroffen fouten aan de machine, de
veiligheidsvoorzieningen of opzetstukken direct
aan de verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris.
3
Veilig werken
–
Schuifstok of de handgreep met schuifhout gebruiken
om het werkstuk veilig langs het zaagblad te leiden.
–
Het spouwmes gebruiken en correct afstellen.
–
Bovenste zaagbladafdekking gebruiken en correct af-
stellen.
–
Gebruik alleen zaagbladen waarvan het maximaal
toegestane toerental is niet lager is dan het maximale
spiltoerental van de tafelcirkelzaag en die geschikt
zijn voor het te bewerken materiaal.
–
Voegen of groeven niet uitvoeren zonder voordien een
gepaste beschermende inrichting zoals b.v. tunnelbe-
scherminrichting boven de zaagtafel aan te brengen.
–
Cirkelzagen mogen niet voor het insnijden (in het
werkstuk beëindigde groef) worden gebruikt.
–
Gebruik voor het transport van de machine alleen
de transportvoorzieningen. Gebruik nooit de veilig-
heidsvoorzieningen om het apparaat te hanteren of te
transporteren.
–
Zorg ervoor dat tijdens het transport het onderste deel
van het zaagblad afgeschermd is, bijvoorbeeld door
de veiligheidsvoorzieningen.
–
Let erop dat u alleen afstandsschijven en spilringen
gebruikt die geschikt zijn voor het door de fabrikant
vermelde doel.
–
De vloer rondom de machine moet waterpas, schoon
en vrij van losse deeltjes, zoals spanen en zaagres-
ten, zijn.
–
De werkpositie bevindt zich altijd aan de zijkant van
het zaagblad
–
Verwijder geen zaagresten of andere delen van het
werkstuk uit de verwerkingszone zolang de machine
draait en de zaageenheid zich nog niet in de rustpo-
sitie bevindt.
–
Zorg ervoor dat de machine, indien mogelijk, altijd op
een werkbank of tafel bevestigd is.
–
Lange werkstukken moeten worden ondersteund om
te voorkomen dat ze na het zagen van de tafel vallen
(bijvoorbeeld met een rolstaander of rolbok).
–
m
Waarschuwing! Verwijder nooit losse splin-
ters, zaagsel of vastgeklemde stukken hout terwijl
het zaagblad draait.
• Schakel de machine uit alvorens storingen te
verhelpen of vastgeklemde stukken hout te ver-
wijderen. -
Netstekker trekken -
• Conversies en alle instellingen, meet- en rei-
niging moet uitsluitend worden gedaan met de
motor uit. -
Netstekker trekken -
• Voor het inschakelen, die sleutels en moersleu-
tels verwijderd zijn.
Waarschuwing! Dit elektrisch apparaat genereert
een elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld.
Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden interfe-
reren met actieve of passieve medische implantaten.
Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken,
raden we personen met medische implantaten aan
om hun arts en de fabrikant van het medische implan-
taat te raadplegen voordat de machine wordt gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE
BEHANDELING VAN ZAAGBLADEN
1
Gebruik alleen gereedschap als u weet hoe u ermee
om moet gaan.
2
Houd rekening met het maximale toerental. Het
maximale toerental dat op het gereedschap staat
vermeld, mag niet worden overschreden. Houd u,
indien aangegeven, aan het toerentalbereik.
3
Let op de draairichting van de motor en het zaag-
blad.
4
Gebruik geen gereedschap dat barsten vertoont.
Gooi het gereedschap weg als het barsten vertoont.
Het is niet toegestaan om het te repareren.
5
De klemoppervlakken moeten van vuil, vet, olie en
water worden ontdaan.
6
Gebruik geen losse pasringen of -bussen om de
boring van cirkelzaagbladen te verkleinen.
7
Zorg ervoor dat de bevestigde pasringen voor de
borging van het gereedschap dezelfde diameter
hebben en dat ze minimaal 1/3 van de snijdiameter
hebben.
8
Controleer of de bevestigde pasringen parallel aan
elkaar lopen.
9
Wees voorzichtig bij het gebruik van de inzetstuk-
ken. Bewaar ze bij voorkeur in de originele verpak-
king en of in speciale houders. Draag beschermende
handschoenen om de grip te vergroten en de kans
op persoonlijk letsel nog verder terug te dringen.
10
Controleer voordat u de inzetstukken gebruikt of de
veiligheidsvoorzieningen correct zijn aangebracht.
11
Controleer vóór gebruik of het toegepaste inzetstuk
aan de technische eisen van deze machine voldoet
en of het goed bevestigd is.
12
Gebruik het meegeleverde zaagblad alleen voor
het zagen van hout en nooit voor het bewerken van
metalen.
Let op! Laserstraling
Niet in de straal kijken
Laserklasse 2
Bescherm u en uw omgeving tegen gevaar voor on-
gelukken door de gepaste voorzorgsmaatregelen te
nemen.
•
Niet met blote ogen rechtstreeks in de laserstraal kij-
ken.
•
Nooit rechtstreeks in de stralengang kijken.
•
De laserstraal nooit richten op weerkaatsende op-
pervlakken, personen of dieren. Ook een laserstraal
met een gering vermogen kan schade berokkenen
aan het oog.
•
Voorzichtig – als u anders te werk gaat dan hier be-
schreven kan dit leiden tot een blootstelling aan ge-
vaarlijke straling.
•
Lasermodule nooit openen.
•
Als u de afkortzaag langere tijd niet gebruikt, moet u
de batterijen verwijderen.
•
De laser mag niet door laser van een ander type wor-
den vervangen.
•
Reparaties aan de laser mogen uitsluitend door de
fabrikant van de laser of een bevoegde dealer wor-
den uitgevoerd.
Veiligheidsvoorschriften voor batterijen
1
Zorg er altijd voor dat de batterijen met de juiste
0