Metz MECABLITZ 48 AF-1 digital Nikon User Manual
Page 50
50
ń
3.3 In- en uitschakelen van de flitser
De flitser moet via zijn hoofdschakelaar ቢ ingeschakeld worden. In de stand
‘ON’ is de flitser ingeschakeld.
Schuif de hoofdschakelaar ቢ naar de linker positie (AUS, c.q. OFF) om de flit-
ser uit te schakelen.
Als u denkt, de flitser gedurende langere tijd niet te gebruiken, dan
bevelen wij aan: de flitser via zijn hoofdschakelaar ቢ uit te schakelen
en de voeding (batterijen, c.q. accu’s) er uit te halen.
3.4 Automatische uitschakeling / Auto – OFF
In de fabriek wordt de flitser zo ingesteld, dat hij ong. 10 minuten –
• na het inschakelen;
• na het ontsteken van een flits;
• na het aantippen van de ontspanknop op de camera;
• na het uitschakelen van het belichtingsmeetsysteem van de camera …
… naar de stand-by-functie (Auto-OFF) omschakelt om energie te sparen en de
voeding tegen onbedoeld ontladen te beschermen. De aanduiding van de flit-
sparaatheid
ቤ en de aanduidingen in het LC-display verdwijnen.
De het laatst ingestelde flitsfunctie blijft na het automatisch uitschakelen behou-
den en staat na het inschakelen onmiddellijk weer ter beschikking. De flitser
wordt door op een willekeurige toets te drukken, c.q. door het aantippen van de
ontspanknop op de camera (Wake-Up-functie) weer ingeschakeld.
Als u de flitser langere tijd niet gaat gebruiken, schakel hem dan in prin-
cipe altijd via zijn hoofdschakelaar ቢ uit!
Indien noodzakelijk kan de automatische uitschakeling reeds na 1 minuut
plaatsvinden of worden gedeactiveerd (zie 9.4).
☞
☞
4 LED-aanduidingen op de flitser
4.1 Aanduiding dat de flitser is opgeladen
Zodra de flitser gereed is om te flitsen licht op de flitser de aanduiding van flit-
sparaatheid
ቤ op. Deze licht op als de flitscondensator opgeladen is en
geeft daarmee aan dat de flitser paraat is. Dat betekent dat bij de eerstvolgen-
de opname flitslicht kan worden gebruikt. De Aanduiding van flitsparaatheid
wordt tevens naar de camera doorgegeven en zorgt in de zoeker van de
camera voor de desbetreffende aanduiding (zie 6).
Als u een opname maakt vóórdat in de zoeker van de camera de aanduiding
verschijnt dat de flitser paraat is, wordt geen flits ontstoken en kan de opname
onder bepaalde omstandigheden verkeerd worden belicht als op de camera
reeds naar de flitssynchronisatietijd is omgeschakeld (zie 11.1).
4.2 Aanduiding van de belichtingscontrole
De aanduiding van de belichtingscontrole ‘o.k.’
ብ licht gedurende ong. 5
seconden op als de opname in de TTL- functies (
,
BL
, , BL; zie
7) correct belicht werd!
Verschijnt de aanduiding van de belichtingscontrole ‘o.k.’ na de opname niet,
dan werd de opname onderbelicht en moet u het dichtstbij liggende, lagere dia-
fragmagetal instellen (bijv. in plaats van diafragma 11 diafragma 8 nemen) of de
afstand tot het onderwerp, c.q. het reflecterende vlak (bij indirect flitsen) verklei-
nen en de opname over maken. Let ook op de aanduiding van de flitsreikwijdte in
het display van de flitser (zie 5.2). Voor de aanduidingen van de belichtingscon-
trole in de zoeker van de camera zie ook 6)!
5 Aanduidingen in het display
De Nikon camera’s van de groepen B, C, D en E (zie Tabel 1) geven de waar-
den van ISO, brandpuntsafstand van het objectief (mm) en diafragma door
naar de flitser. Deze past zijn vereiste instellingen automatisch daaraan aan. Hij
berekent uit die waarden en zijn richtgetal de maximale reikwijdte van het flits-
TTL
TTL
TTL
TTL
707 47 0081.A2 48AF-1Nikon/Inh. 19.09.2007 12:42 Uhr Seite 50