Care Fitness 50619 Computer User Manual
Page 37

WATT
(wattage)
50~350
50
±5
De WATT waarde kan alleen worden
ingesteld in het Wattage/Test programma
Pulse
(hartslag)
40~220
90
±1
1. Er kan een doelhartslag worden
ingesteld, zodra de hartslag boven de
doelhartslag ligt zal dit getal gaan
knipperen.
Snelstart programma
Zodra het apparaat is ingeschakeld, kunt met behulp van de PROGRAM toets overgaan op het SNELSTART
PROGRAMMA. U kunt gelijk met uw training beginnen door te gaan fietsen. Druk op de UP of DOWN toetsen om
de weerstand tijdens de training aan te passen.
Handmatig
Parameters instellen voor het handmatige programma
Selecteer met behulp van de PROGRAM toets de optie “Manual” en druk vervolgens op de MODE toets. De eerste
parameter, “Time” (tijd), zal knipperen waarna u met de UP of DOWN toetsen een waarde hiervoor kunt instellen.
Druk op de MODE toets om uw instelling te bevestigen en ga naar de volgende parameter om deze aan te passen.
Stel de waarden in voor de overige gewenste parameters en begin aan uw training door te gaan fietsen. Druk op
de UP of DOWN toetsen om de weerstand tijdens de training aan te passen.
Gebruikersprogramma
‘User program’ stelt de gebruiker in staat om zijn/haar eigen trainingsprogramma samen te stellen. U kunt ofwel
direct met dit programma aan de slag dan wel kan het worden opgeslagen voor toekomstig gebruik.
Gebruikersprofiel creëren
Selecteer de gebruikersmodus met behulp van de PROGRAM toets en druk op de MODE toets om deze te
openen. Op het scherm zal vervolgens gedurende 4 seconden ”Select Profile” (selecteer profiel) verschijnen,
waarbij segment 1 zal knipperen. Stel de gewenste weerstand in met behulp van de UP of DOWN toetsen. Druk op
de MODE toets om door te gaan naar het volgende segment en doe zo voor alle 10 segmenten.
Parameters instellen voor het gebruikersprogramma
Hierna zal de eerste parameter, “Time” (tijd), beginnen te knipperen waarvoor u met de UP of DOWN toetsen een
waarde kunt instellen. Druk op de MODE toets om uw instelling te bevestigen en ga naar de volgende parameter
om deze aan te passen. Stel de waarden in voor de overige gewenste parameters en begin aan uw training door te
gaan fietsen.
Opmerking: Het laatst ingestelde 10 segmenten profiel zal worden bewaard voor toekomstige trainingen. U kunt
nu beginnen aan uw training door te gaan fietsen. Druk op de UP of DOWN toetsen om de weerstand tijdens de
training aan te passen.
Intervalprogramma
Selecteer met behulp van de PROGRAM toets de optie “Intervall” en druk vervolgens op de MODE toets. Op het
scherm zal vervolgens gedurende 3 seconden “SELECT PROFILE LEVEL” (selecteer profielniveau) verschijnen. U
kunt kiezen 3 uit verschillende niveaus (L1, L2, L3), gebruik hiervoor de UP of DOWN toetsen en bevestig uw
keuze met behulp van de MODE toets.
Parameters instellen voor het intervalprogramma
Hierna zal de eerste parameter, “Time” (tijd), beginnen te knipperen waarvoor u met de UP of DOWN toetsen een
waarde kunt instellen. Druk op de MODE toets om uw instelling te bevestigen en ga naar de volgende parameter
om deze aan te passen. Stel de waarden in voor de overige gewenste parameters en begin aan uw training door te
gaan fietsen.