Las veiligheid, Montage, Voor gebruik – Silverline 90A Gasless Turbo Mig User Manual
Page 26: Bedieningsinstructies
www.silverlinetools.com
25
Gaslose MIG lasmachine
282562
www.silverlinetools.com
25
Onderhoud
a)
Laat uw elektrische gereedschap onderhouden door een
gekwalificeerde vakman en gebruik alleen identieke vervangstukken.
Zo bent u er zeker van dat de veiligheid van het elektrische gereedschap
gewaarborgd blijft.
Las veiligheid
• Laswerkzaamheden produceren giftige dampen en kunnen het zuurstofgehalte
in de werkruimte verlagen. Werk altijd in een goed geventileerde ruimte. Adem
de lasdampen niet in; gebruik een geschikt masker waar dit nodig is.
• Bepaalde metalen onderdelen hebben wellicht een gegalvaniseerde, loden,
cadmium of andere toplaag. Wanneer wordt geprobeerd door deze toplagen te
lassen, kunnen zeer giftige dampen vrijkomen. Verwijder altijd eerst de toplaag
en ga daarna pas lassen.
• Indien er long-, keel- of oogirritatie optreedt tijdens het lassen, STOP
ONMIDDELLIJK en zorg dat u frisse lucht krijgt.
• Lassen produceert extreem veel UV-straling. Draag ALTIJD een lasmasker, om
oogbeschadiging te voorkomen. Kijk nooit rechtstreeks in de vlamboog.
• Indien andere personen de werkplaats kunnen betreden, plaats geschikte
schermen om ze te beschermen tegen licht en schittering.
• • Voorkom huidbeschadiging, draag ALTIJD een geschikte brandwerende jas
met lange mouwen, hittebestendige handschoenen en een pet. Zorg dat u goed
bedekt bent.
• Verwijder alle brandbare materialen (bijv. aanstekers, lucifers) uit uw kleding
alvorens te beginnen met lassen.
• Zorg dat er tijdens het lassen altijd een brandblusser in de buurt is. Vonken en
onbedoelde aanraking van de apparatuur kunnen brand veroorzaken.
• Las alleen wanneer alle te bewerken onderdelen en de werkplaats droog zijn.
• Las geen afgedichte containers (bijv. brandstoftanks, luchttanks, olievaten). Hitte
die door het lassen wordt gegenereerd kan afgedichte containers onverwacht
laten openbarsten.
• Wees bedacht op hitteoverdracht. Metalen onderdelen kunnen warmte geleiden
tot buiten de werkplaats, en brandbare materialen laten ontbranden.
• Wees erop bedacht dat gelaste onderdelen tot enige tijd na het aan elkaar
lassen warm blijven. Laat deze materialen volledig afkoelen alvorens ze vast te
pakken, of zonder toezicht achter te laten.
• Las nooit wanneer er brandbare gassen, vloeistoffen of stof aanwezig is.
• Zorg dat er altijd een verantwoordelijk persoon in uw buurt is, die u kan
waarschuwen in geval van brand, of hulp kan inroepen in noodgevallen.
• Het gebruik van een lasapparaat creëert krachtige magnetische velden. Dit
kan de werking van gevoelige elektronische apparatuur ontregelen. Personen
met een pacemaker moeten een dokter raadplegen alvorens een lasapparaat
te bedienen.
• Overbelast de elektrische voeding niet. Controleer of de hoofdbedrading de
vereiste elektriciteit veilig kan leveren.
Draadaanvoer
• De punt van de lasdraad kan erg scherp zijn, een heeft voldoende kracht om
de huid te doorboren.
• Zorg dat het lasapparaat uit blijft tot u gereed bent om te beginnen met lassen.
Richt de toorts niet op personen of dieren.
Accessoires
Draadhaspel (0,9 mm met flux kern)
Lasschild (incl. handvat en vizier)
Reserve mondstukken (x2)
Hamer en borstel
1
Kap
2
Trekker
3
Draadsnelheidsmeter
4
Toegangsklep
5
Schakelaars voor spanningsregeling
6
Aan-/uitschakelaar
7
Aardkabel en klem
Productbeschrijving
Het uitpakken van uw
gereedschap
• Pak uw lasapparaat voorzichtig uit en controleer het. Zorg dat u bekend bent
met alle functies.
• Indien er onderdelen beschadigd zijn of ontbreken, repareer of vervang deze
onderdelen alvorens het apparaat te gebruiken.
Montage
Het lasschild samenstelling
1. Schuif het handvat voorzichtig in de bestemde monteergleuven op het schild.
Zorg ervoor dat beide pennen koppelen voor een zekere passing.
2. Verwijder de beschermende folie van het vizier en schuif het in plaats.
Beschadig het vizier niet en zorg ervoor dat het stevig gemonteerd is en het
volledig over het zichtpaneel valt.
De lasdraad installeren
1. Open het toegangsklepje (4) op de zijkant van het apparaat, om bij de
lasdraad te kunnen komen.
2. Verwijder de spoel blokkeringsknop, de veer en sluitring voorzichtig.
3. Schuif de draadhaspel over de as, zodat de draad van de bovenzijde
van de spoel in de rollers gevoed wordt.
4. Plaats de sluitring, veer en blokkeringsknop terug en draai deze stevig
vast, zodat de draadhaspel niet onder de veerspanning ontrafelt en u
weerstand voelt wanneer de spoel roteert.
5. Verhoog de rol klem knop zodat de geleider rol vrij gezwaaid kan
worden.
6. Maak het begin van de draad voorzichtig van de spoel los; zorg
dat de draad niet uitrafelt. Zorg dat het draadtopje recht en scherp
afgesneden is.
7. Voer de draad langzaam in de toorts.
8. Zwaai de geleider rol terug in positie waarbij de draad gecentreerd in
de groeven van de geleider- en aandrijfrol is.
9. Verlaag de aandrijfrol klem knop zodat de geleider rol gezekerd is en
voorzichtig vast zit.
10. Sluit het toegangsklepje (4).
11. Trek de kap (1) van de toorts en schroef het mondstuk los.
12. Sluit het apparaat op de netvoeding aan, schakel het in en houd de
toorts vast.
13. Houd de toorts bij het apparaat weg, zodat de toortskabel recht is.
14. Zorg dat de toorts niets aanraakt en druk de trekker in (2). Het
apparaat dient de draad door de toorts te voeren.
15. Indien de draad niet door de toorts wordt aangevoerd, koppel het
apparaat van de netvoeding af, open het toegangsklepje en maak de
aanvoerrol klem knop vast. De aanvoerrollen moeten net strak genoeg
zijn om de draad door de toorts aan te voeren, maar niet zo strak dat
de aanvoerrol niet kan slippen wanneer de draad geblokkeerd wordt.
16. Wanneer de draad uit het einde van de toorts wordt geworpen, schakel
het apparaat uit en koppel het van de netvoeding af.
17. Plaats het mondstuk en kap terug en trim de draad zodat ongeveer 5
mm uit het mondstuk steekt.
Voor gebruik
• Zorg altijd voor persoonlijke bescherming door uitrusting te dragen die geschikt
is voor het werk dat u gaat doen. Het gebruik van dit apparaat vereist het
dragen van een laskap, handschoenen, hittebestendige kleding en, indien nodig,
een gasmasker.
• Zorg dat er altijd een geschikte brandblusser in de werkruimte is.
• Controleer het apparaat altijd op schade of slijtage. Let vooral op draden en
kabels. Indien er beschadigingen zijn, het apparaat NIET GEBRUIKEN.
• Controleer of alle behuizingen of kleppen goed gesloten en bevestigd zijn.
• Zet het lasapparaat zo neer dat het tijdens het gebruik niet kan bewegen of
kantelen. Zorg dat er minsten 0,5 m vrije ruimte is rondom het lasapparaat, om
een goede ventilatie te verkrijgen.
Bedieningsinstructies
WAARSCHUWING: Koppel het lasapparaat altijd af van de netvoeding en laat het
volledig afkoelen alvorens u probeert een onderdeel te monteren of vervangen.
De lasmachine instellen voor gebruik
• Stel de draadsnelheidsmeter (3) en de spanningsregeling schakelaars (5) goed
in om een las van een goede kwaliteit te verkrijgen.
• Met behulp van de twee spanningsregeling schakelaars kunnen 4
spanningsinstellingen worden verkregen:
282562_Z1MANPRO1.indd 25
17/09/2012 11:05