Silverline 550W Hammer Drill - Manual (Page 27)

26
NL
Bedieningsvoorschriften
Zijhandgreep
• Gebruik bij het boren altijd de zijhandgreep (2).
• Houd de boormachine altijd stevig met beide handen vast.
• De zijhandgreep kan worden ingesteld in de stand die het best past bij
het uit te voeren werk.
• Om de zijhandgreep in te stellen draait u deze tegen de wijzers van
de klok in, om het geheel van de handgreep los te zetten. Verplaats de
zijhandgreep in de vereiste stand en zet hem vast door de handgreep
met de wijzers van de klok mee te draaien.
De bithouder gebruiken
• De bithouder (1) kan worden geopend door de achterste
vergrendelingsring vast te houden en de voorste vergrendelingsring
tegen de wijzers van de klok in te draaien.
• Om de bithouder te sluiten houdt u de achterste vergrendelingsring
vast en draait u de voorste vergrendelingsring met de wijzers van de
klok mee.
• Draai de bithouder niet vast/los door de machine te laten draaien.
Dit brengt aan het gereedschap permanente schade toe.
Aan/uit-schakelaar
• Druk de aan/uit-schakelaar (4) in om de boormachine in te schakelen.
• Laat de aan/uit-schakelaar los om de boormachine stil te zetten.
Vergrendelknop
• De boormachine is uitgerust met een vergrendelknop (5). Hiermee kan
de aan/uit-schakelaar in de aan-stand worden vergrendeld voor klussen
waarbij de machine continu moet blijven draaien.
• Om de vergrendelfunctie te gebruiken drukt u de vergrendelknop in
terwijl u de aan/uit-schakelaar ingedrukt houdt. Deze kan dan worden
losgelaten terwijl de boormachine blijft draaien.
• Om de boormachine stil te zetten drukt u de aan/uit-schakelaar in en laat
hem dan weer los.
Toerentalregelaar
• Het toerental van de boor is variabel tussen 0 en 3000 tpm.
• Het toerental kan worden ingesteld door middel van de toerentalregelaar (6).
Draairichtingsomkering
• De draairichting van de boor kan eenvoudig worden omgekeerd door
middel van de omkeerschakelaar (3).
• Om de boor met de wijzers van de klok mee te laten draaien, duwt u de
omkeerschakelaar naar rechts.
• Om de boor tegen de wijzers van de klok in te laten draaien, duwt u de
omkeerschakelaar naar links.
• Probeer de omkeerschakelaar niet van stand te veranderen terwijl de
boor draait.
• Probeer de boormachine niet in te schakelen terwijl de omkeerschakelaar
tussen de twee standen staat.
Hamerkeuze
• De boormachine kan ofwel in hamerboorstand (voor metselwerk), ofwel
in conventionele draaiboorstand (voor hout, metaal enz.) worden gebruikt.
• Om de hamerboorstand te kiezen verschuift u de hamerkeuzeschakelaar
(7) naar rechts.
• Om de draaiboorstand te kiezen verschuift u de hamerkeuzeschakelaar
naar links.
• Probeer de hamerkeuzeschakelaar niet te verschuiven terwijl de
boor draait.
Boren in beton
• Stel de hamerboorstand in en druk tegen de achterkant van de machine,
in het verlengde van het boorbit.
• Gebruik voor efficiënt boorwerk hardmetalen boorbits
(wolfraamcarbidepunt – TCT). Controleer of de maat van de boorbits
binnen het maximale boorvermogen van de machine ligt
(cf. specificaties).
• Oefen niet te veel druk uit indien het boorgat met gruis is verstopt. Laat
de boor langzaam draaien en haal het bit uit het boorgat. Herhaal dit
totdat het gat is vrijgemaakt.
Boren in hout
• Gebruik alleen de draaiboorstand.
• Controleer of de boorbits geschikt zijn voor hout en binnen het maximale
boorvermogen van deze machine liggen (cf. specificaties).
Boren in metaal
• Markeer voor precisiewerk de gewenste positie van het boorgat met een
hamer en doorslag.
• Gebruik alleen de draaiboorstand.
• Controleer of de boorbits geschikt zijn voor het soort metaal waarin
u gaat boren en of ze binnen het maximale boorvermogen van deze
machine liggen (cf. specificaties).
• Gebruik een geschikt smeermiddel/snijvloeistof voor efficiënt werk en om
de boorbits te ontzien.
OPGELET
De boormachine werkt niet efficiënter als u er hard op drukt. Indien de
uitgeoefende druk het toerental van de boor merkbaar verlaagt, moet u de
druk verminderen. Overbelasting van de boor verkort de levensduur ervan.
Het boorbit kan bij het indringen in het materiaal mogelijk blokkeren
of vastlopen. De machine kan hierdoor plots een „terugslag” geven.
Om eventuele letsels te voorkomen moet u de boormachine altijd
stevig vasthouden, gebruik maken van de zijhandgreep en scherpe
boorbits gebruiken.
Zorg er altijd voor dat het materiaal vastzit. Gebruik zo nodig een
bankschroef of klem om het werkstuk vast te zetten, en houd de
boormachine altijd met beide handen vast.
Onderhoud
WAARSCHUWING: verwijder de stekker uit het stopcontact voordat u enig
onderhoud of schoonmaak uitvoert.
Schoonmaken
• Houd uw machine schoon. Zorg ervoor dat afval zich niet ophoopt op de
onderdelen het gereedschap. Verwijder altijd stof en vuil en zorg ervoor
dat de luchtgaten nooit verstopt raken.
• Gebruik een zachte borstel of een droge doek om de machine te reinigen.
Gebruik zo mogelijk zuivere, droge perslucht om door de luchtgaten te
blazen.
Borstels
• Na verloop van tijd zullen de koolborstels in de motor verslijten. Bij
overmatige slijtage van de borstels kan de motor minder goed presteren,
niet meer starten, of overmatig vonken.
• Indien u vermoedt dat de borstels versleten zijn, laat ze dan bij een
erkend servicecentrum vervangen.
Verwijdering
• Elektronische apparaten mogen niet met uw huishoudelijk afval worden
weggegooid.
• Neem contact op met uw gemeente voor informatie betreffende de
verwijdering van elektrisch gereedschap.
126898_Z1MANPRO1.indd 26 16/03/2012 14:38