Gebruik van de kettingzaag, Uitpakken en monteren van de kettingzaag, Voor gebruik – Silverline Chainsaw Petrol 480mm User Manual
Page 27
26
NL
• Extra brandstof uit de buurt van de werkplek bewaren.
De motor starten
WAARSCHUWING: Deze kettingzaag geeft vanaf het moment dat hij wordt
gestart gassen af. Nooit proberen om de motor binnenshuis of in een andere
besloten ruimte te starten. Altijd geschikte veiligheidsuitrusting dragen.
Voor dit toestel zijn een veiligheidsbril, handschoenen, oorbeschermers, een
gezichtsmasker en stevige kleding vereist. Een helm en veiligheidslaarzen
worden tevens aangeraden.
• De kettingzaag op de grond neerzetten. Zorg hierbij dat het zaagblad
geen contact maakt met een voorwerp.
• De chokehendel (6) uittrekken (Als de motor reeds warm is, de
chokehendel op induwen).
• De ontstekingsschakelaar (9) op “ON” (aan) zetten.
• Het voorste handvat (4) indrukken om de kettingzaag te stabiliseren. De
trekkoordstarter (11) vastgrijpen en zachtjes strak trekken.
• Stevig aan de trekkoordstarter trekken om de motor te starten. Nooit het
startkoord om de hand wikkelen maar altijd zorgen dat het weer in de
behuizing teruggaat.
• Na een aantal keer trekken moet de motor starten.
• Wanneer de motor warmloopt, de chokehendel (6) induwen.
Opmerking: Mogelijk start de motor zonder choke, zelfs als het koud is. Als
het werktuig moeilijk start, dan de chokehendel volledig induwen en het
nogmaals proberen.
De motor afzetten
• De gasklep (8) loslaten en de motor laten traaglopen.
• De startschakelaar (9) op “OFF” (uit) zetten.
• De motor stopt.
Motorverstellingen
• Juist afgesteld, moet de motor soepel traaglopen en versnellen. De
kettingzaag moet niet bewegen terwijl de motor traagloopt.
De werking van de kettingrem controleren
• Dit werktuig is uitgerust met een kettingremsysteem. Dit dient ervoor om
de ketting stop te zetten in geval van ernstige terugslag. De kettingrem
wordt geactiveerd wanneer de zaagafscherming contact maakt met de
hand of arm van de gebruiker en naar voren geslagen wordt.
• De werking van de kettingrem dient voor elk gebruik gecontroleerd te
worden.
• Om de werking van de kettingriem te controleren, het werktuig op volle
snelheid laten lopen en de zaagafscherming (3) naar voren duwen.
De ketting moet onmiddellijk stoppen (na minder dan 1 seconde). Als
de kettingriem niet goed genoeg werkt, dient de kettingzaag naar een
geautoriseerd onderhoudscentrum gebracht te worden voor onderhoud.
• Om de kettingrem terug te stellen, de zaagafscherming (3) terugzetten in
de achterste stand.
Opmerking: De motor niet langer dan enkele seconden laten lopen nadat
de kettingrem geactiveerd is. Dit kan namelijk blijvende schade aan het
remmechanisme veroorzaken.
Gebruik van de Kettingzaag
WAARSCHUWING: Het gebruik van een kettingzaag is een technische
vaardigheid. Onjuist gebruik van een kettingzaag kan zeer gevaarlijk zijn. De
onderstaande informatie is uitsluitend als algemeen advies bedoeld. Als je
niet volledig zeker bent dat je dit apparaat veilig kunt gebruiken,
GEBRUIK
HET DAN NIET.
zagen
• Altijd zorgen dat je stabiel staat. Als het niet mogelijk is om de zaagplek
op vaste voet te bereiken, snij dan niet.
• Voorzichtig beoordelen wat de veiligste manier om te zagen is (zie
“terugslag vermijden” hieronder). Elke klus met een kettingzaag is
uniek en brengt aparte veiligheidsoverwegingen met zich mee. Altijd
overwegen hoe het materiaal kan bewegen of vallen wanneer het
afgezaagd is. Voorkomen dat het materiaal niet naar jou toe zal vallen en
dat het zaagblad niet vast zal komen te zitten.
• De zaag altijd stevig vasthouden, met je linkerarm zo recht mogelijk
uitgestrekt. De zaag niet boven borsthoogte optillen.
Uitpakken en Monteren van de
Kettingzaag
Controleer of alle onderdelen van de kettingzaag aanwezig en onbeschadigd
zijn. Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, wacht dan tot deze
onderdelen vervangen zijn alvorens het werktuig in gebruik te nemen.
De ketting / het zaagblad monteren
• Om de ketting (1) en de zaagstang (2) te monteren, eerst de afdekplaat
aan de rechterkant van het werktuig verwijderen door de bouten in de
kettingwielafscherming (13) te verwijderen.
• De zaagstang over de draadstaven en onder het koppelstuk plaatsen.
• De zaagketting om de zaagstang (2) en het aandrijfwiel leggen.
Controleren of de ketting in de juiste oriëntatie aangebracht is; met de
tanden bovenop het zaagblad naar voren.
• De afdekplaat weer aanbrengen terwijl je de spanpen uitlijnt. Niet volledig
vastzetten.
• Met een schroevendraaier de spanschroef (12) aandraaien tot de ketting
bijna strak gespannen is.
Voor gebruik
Kettingspanning controleren
• De spanschroef (12) rechtsom draaien tot de ketting slechts zo'n 5mm
speling heeft wanneer er vanaf het midden van de zaagstang verticaal
aan de ketting getrokken wordt.
• De afdekplaat volledig vastzetten en de kettingspanning nogmaals
controleren.
Opmerking: De kettingspanning moet regelmatig gecontroleerd worden. De
ketting zal uitrekken met gebruik. Een te losse ketting kan ontsporen; een te
strakke ketting slijt snel en kan breken.
Kettingolietank vullen
• Dit werktuig is uitgerust met een kettingolietank. Tijdens gebruik van de
kettingzaag wordt er automatisch olie op de ketting aangebracht. Indien
de kettingzaag zonder olie of met de verkeerde olie gebruikt wordt, zal
hij snel slijten waardoor de ketting kan breken. Altijd controleren of de
kettingolietank vol is voor gebruik.
• Altijd een hoogwaardige kettingolie (gewicht 30) gebruiken. Geen
motorolie, tweetaktolie of andere soorten smeermiddelen gebruiken.
• Om olie toe te voegen, de motor afzetten en het tankdeksel (5)
verwijderen. 260ml olie in de tank gieten. Het tankdeksel weer
aanbrengen.
• De motor starten en de zaag met de ketting ongeveer 200mm boven de
grond laten lopen. Er moet olie van de ketting af op de grond spatten.
• Als de olie niet goed verspreid wordt, de stelschroef aan de onderkant
van de romp, naast het koppelstuk, bijstellen. Opmerking: Wellicht
moeten de toevoerkanalen gereinigd worden. De motor afzetten, de
zijafscherming van het werktuig verwijderen, de zaagstang verwijderen
en alle houtspaanders of stof uit het werktuig verwijderen. Het werktuig
weer in elkaar zetten en uittesten.
• De tank niet droog laten lopen tijdens gebruik.
Brandstof bijvullen
• Altijd op een veilige plaats bijvullen, uit de buurt van de werkplek en van
hitte- of ontstekingsbronnen. Contact met de brandstof vermijden.
NIET
ROKEN.
• Pas wanneer de motor stilstaat en volledig afgekoeld is brandstof
toevoegen.
• Brandstof altijd vooraf mengen, niet in de brandstoftank. Slechts de
benodigde hoeveelheid brandstof mengen. 25 delen loodvrije benzine per
deel tweetaktolie gebruiken. Altijd authentieke tweetaktolie gebruiken.
• De kettingzaag op zijn zij kiepen, met het tankdeksel (9) aan de
bovenkant.
• Het tankdeksel (9) tot aan de vulopening vullen met brandstofmengsel.
• Het tankdeksel weer aanbrengen.
• Eventuele gemorste brandstof goed schoonmaken.
• De kettingzaag uit de buurt van de bijvulplek verplaatsen alvorens de
motor te starten.
264738_instructions.indd 26
30/7/09 09:30:20