Overige functies, De geluidsinstellingen wijzigen, De geluidskenmerken aanpassen — bal/fad/sub – Sony CDX-GT240 User Manual
Page 75: De equalizercurve aanpassen — eq3, Instelitems aanpassen — set, Overige functies de geluidsinstellingen wijzigen

11
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken aanpassen
— BAL/FAD/SUB
U kunt de balans, de fader en het
subwoofervolume regelen.
1
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BAL", "FAD" of "SUB" wordt
weergegeven.
Het item wordt als volgt gewijzigd:
LOW*
1
t MID*
1
t HI*
1
t
BAL (links-rechts)
t FAD (voor-achter) t
SUB (subwoofervolume)*
2
t AUX*
3
*1 Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 11).
*2 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT"
(pagina 11).
"ATT" wordt weergegeven bij de laagste
instelling en u kunt deze instelling maximaal 21
stappen aanpassen.
*3 Als AUX-bron is ingeschakeld (pagina 12).
2
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Na 5 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1
Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op (EQ3) om "CUSTOM"
te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
3
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.
Herhaal stap 2 en 3 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u de
selectietoets ingedrukt voordat het instellen is
voltooid.
Na 5 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
Instelitems aanpassen — SET
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
3
Draai de regelknop om de instelling
(bijvoorbeeld "ON" of "OFF") te
selecteren.
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het instellen is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en
de instelling.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 4)
CT (kloktijd)
De CT-functie activeren: "ON", "OFF"
(pagina 9, 10).
BEEP
De pieptoon activeren: "ON", "OFF".
AUX-A*
1
(AUX-audio)
Het AUX-bronscherm activeren: "ON", "OFF"
(pagina 12).
A.OFF (automatisch uitschakelen)
Automatisch volledig uitschakelen na de
gewenste tijd wanneer het apparaat is
uitgeschakeld: "NO", "30S" (seconden), "30M"
(minuten), "60M" (minuten).
SUB/REAR*
1
De audio-uitvoer wijzigen: "SUB-OUT"
(subwoofer), "REAR-OUT" (versterker).
DEMO (demonstratie)
De demonstratie activeren: "ON", "OFF".
DIM (dimmer)
De helderheid van het scherm wijzigen: "ON",
"OFF".
M.DSPL (bewegingsdisplay)
– "ON": bewegende patronen weergeven.
– "OFF": het bewegingsdisplay uitschakelen.
vervolg op volgende pagina
t