Wasinstructies, Correct wassen – Ardo FLSN User Manual
Page 24
27
SM2713
WASINSTRUCTIES
Wasmiddelbakje:
1 Voorwas
Wasverzachter
2 Hoofdwas
Bedieningspaneel:
A Leds wasfasen
B Knop uitgestelde start
C Centrifugeknop
D Knop voorwas
E Turboknop
F Skin Care-knop
G Easy Iron-knop
H Startknop
I Programmaknop
S Leds toerental centrifuge
T Leds uitgestelde start
I
S
T
A
B C D E F G H
NL
CORRECT WASSEN
Controleer of de installatie volgens de aanwijzingen in het instructieboekje is uitgevoerd, voordat
u de wasmachine inschakelt.
Dagelijks gebruik
1. Maak de zakken leeg, voordat u het wasgoed in de wasmachine laadt. Harde en scherpe voorwerpen
(spijkers, schroeven, munten, naalden, stenen) kunnen de machine en het wasgoed beschadigen.
2. Leg het wasgoed losjes in de trommel en overlaad de machine niet om een beter wasresultaat te
verkrijgen. Door een volle trommel met stoffen die veel water opnemen, zoals badstof badjassen
en handdoeken, kan de machine tijdens het centrifugeren in onbalans raken. Het automatische
onbalanscorrectiesysteem verdeelt het wasgoed zo gelijkmatig mogelijk over de trommel en stelt
de optimale centrifugesnelheid in om eventuele trillingen tot een minimum te beperken.
3. Sluit de wasmachinedeur. Controleer of er geen wasgoed tussen het deurtje en de pakking klem
blijft zitten.
4. Vul het wasmiddelbakje 2 met de juiste hoeveelheid wasmiddel. Plaats bij gebruik van vloeibare
wasmiddelen het bijgeleverde tussenschot. Vul het bakje 1 als u de optie ‘voorwas’ wilt inschakelen.
Gebruik voor de wasverzachter het bakje met het symbool . Sluit de lade voorzichtig, nadat
u het wasmiddel hebt toegevoegd.
5. Kies het meest geschikte wasprogramma voor het type wasgoed met de knop I en volg de aanwijzin-
gen in de programmatabel. Eén van de leds op de functiebalk gaat branden om de fase aan te geven
waarmee het programma begint. Als de led End gaat branden, is het einde van de cyclus bereikt.
6. Met de toets C kan een andere centrifugesnelheid worden ingesteld dan de snelheid die het
gekozen programma voorstelt. Met de toets B kan de start van de wascyclus tot maximaal 8 uur
worden uitgesteld. Beide waarden worden door de desbetreffende leds aangegeven.
7. Met de knoppen D, E, F en G kunnen de extra functies worden gekozen. De gekozen opties wor-
den weergegeven door het branden van de bijbehorende leds. De duur van de wascyclus varieert
afhankelijk van de ingeschakelde opties.
8. Druk op de startknop H om de wascyclus te starten. Als de led ‘start’ na enkele seconden blijft
branden, is het programma gestart.
9. Het einde van de wascyclus wordt aangegeven door het branden van de led End. Zet de knop I in
de stopstand en open de wasmachinedeur om al het wasgoed uit de trommel te halen.
10. De wasmachine kan op elk moment gereset worden door de knop I in de stopstand te zetten.