Nederlands – InFocus DS 14DAL User Manual
Page 40
Nederlands
39
(c) Bevestig de haak en de veer aan de andere kant
en zet ze stevig vast met de schroef. (Afb. 11)
OPMERKING:
Let op de richting van de veer. Bevestig de veer
met de grotere diameter van u af wijzend. (Afb. 11)
(3) Gebruik als hulplicht
(a) Druk de schakelaar in om het licht uit te zetten.
Vergeet u dit te doen, dan zal het licht na 15
minuten automatisch uit gaan.
(b) De richting van het licht kan worden versteld
binnen het bereik van de haakstanden 1-5.
(Afb. 12)
⅜ Brandduur
AAAA mangaan (gewone) batterijen:
ca. 15 uur
AAAA alkali batterijen: ca. 30 uur
LET OP:
Kijk niet direct in het licht.
Hierdoor kunnen uw ogen letsel oplopen.
(4) Vervangen van de batterijen
(a) Draai de schroef van de haak los met een
kruiskopschroevendraaier (No. 1). (Afb. 13)
Verwijder de afdekking van de haak door deze
in de richting van de pijl te duwen. (Afb. 14)
(b) Verwijder de oude batterijen en doe de nieuwe
batterijen ervoor in de plaats. Volg de
aanduidingen op de haak en zorg ervoor dat de
plus (+) en min (–) polen op de juiste plaats
zitten. (Afb. 15)
(c) Breng de inkeping op de behuizing van de haak
in lijn met het uitsteeksel op de afdekking van
de haak. Duw de afdekking in de
tegenovergestelde richting als aangegeven door
de pijl op Afb. 14 en draai de schroef weer vast.
Gebruik in de handel verkrijgbare AAAA formaat
batterijen (1,5 V).
OPMERKING:
Draai de schroeven niet te vast. Hierdoor zou u ze
dol kunnen draaien.
LET OP:
⅜ Let op de volgende punten om batterijlekkage,
corrosie of andere storingen te voorkomen.
Zorg ervoor dat de batterijen met de plus (+) en min
(–) polen op de juiste plaats zitten.
Vervang allebei de batterijen tegelijkertijd. Gebruik
geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Haal lege batterijen onmiddellijk uit de haak.
⅜ Gooi batterijen nooit met het reguliere afval weg
en gooi ze niet in het vuur.
⅜ Houd batterijen te allen tijde buiten bereik van
kinderen.
⅜ Gebruik de batterijen op de juiste manier en volg
de aanwijzingen op de verpakking.
7. Aanbrengen en verwijderen van het inzetstuk
(1) Bevestigen van het bitje
Draai de mof los naar links (tegen de klok in van
voren gezien) om de klem van de sleutelloze boorkop
te openen. Doe een schroevendraaierbitje enz. in
de sleutelloze boorkop en draai de mof weer vast
naar rechts (met de klok mee van voren gezien).
(Zie Afb. 16)
⅜ Als de mof losraakt terwijl u aan het werk bent,
dient u deze weer vast te draaien.
Draai de mof extra aan om deze zo vast mogelijk
te zetten.
(2) Verwijderen van het bitje
Draai de mof los naar links (tegen de klok in van
voren gezien) en verwijder het bitje enz. (Zie Afb.
16)
OPMERKING:
Als de mof wordt verdraaid terwijl de klem van de
sleutelloze boorkop helemaal open staat, kan er een
klikkend geluid veroorzaakt worden. Dit geluid wordt
veroorzaakt door de beveiliging tegen het losdraaien
van de sleutelloze boorkop en duidt niet op een
storing.
LET OP:
⅜ Wanneer de klembus niet losgeschroefd kan worden,
dient u het gereedschap in een bankschroef vast
te zetten. Zet vervolgens de koppeling op 1–11 en
draai de klembus linksom terwijl u de koppeling
bediend.
8. Automatische asvergrendeling
Deze machine is uitgerust met een mechanisme dat
automatisch de as vergrendelt zodat u sneller het
bitje kunt wisselen.
9. Kontroleer of de accu op de juiste manier aange
bracht is
10. Kontroleer de draairichting
De boor draait rechtsom (van achteren gezien)
wanneer de R-kant van de omzetschakelaar ingedrukt
wordt.
De L-kant van de omzetschakelaar dient te worden
ingedrukt om de boor linksom te laten draaien. (Zie
Afb. 17) (De
L
en
R
merktekens bevinden zich
op de keuzeknop.)
11. Bediening van de schakellaar
⅜ De boor gaat draaien wanneer aan de trekker
getrokken wordt. Wanneer de trekker wordt
losgelaten stopt de boor.
⅜ De draaisnelheid van de boor kunt u regelen door
in meer of mindere mate aan de trekschakelaar te
trekken. Wanneer u licht aan de trekschakelaar trekt,
is de snelheid laag en bij harder trekken wordt de
snelheid verhoogd.
OPMERKING:
⅜ Een gezoem wordt gehoord als de motor begint te
draaien; dit is alleen geluid en duidt geen defekt
aan.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspectie van de boor
Slijp of vervang de boor wanneer slijtage
gekonstateerd wordt; gebruik van eengekonstateerd
wordt; gebruik van een stompe boor vermindert de
efficientie en kan de motor beschadigen.
2. Inspectie van bevestigingsschroeven
Kontroleer deze schroeven regelmatig om te
verzekeren dat ze goed aangedraaid zijn. Draai
loszittende schroeven onmiddellijk vast. Dit om
ongelukken te voorkomen.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hert” van het electrishce
gereedschap.
Er moet daarom bijzonder zorgvuldig op gelet
worden, dat de wikkeling niet beschadigd en/or met
olie or water bevochtigd wordt.