Werking – Karcher B 140 R Bp Pack 400 Ah роликовая-дисковая User Manual
Page 64
-
5
Î
De in de verpakking bijgevoegde bal-
ken voor ondersteuning van de helling
gebruiken.
Î
Houten blokken voor het vastzetten van
de wielen verwijderen en onder de hel-
ling schuiven.
Î
Accustekker insteken.
Î
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
Î
Rijrichtingsschakelaar bedienen en ap-
paraat langzaam van het platform rijden.
Î
Sleutelschakelaar op „0“ stellen.
De montage van de borstels is beschreven
in het hoofdstuk „Onderhoudswerkzaam-
heden“.
Î
Zuigbalk zodanig in de ophanging
plaatsen dat de vormplaat boven de op-
hanging ligt.
Î
Vleugelmoeren aanspannen.
Î
Zuigslang plaatsen.
1 Stergreep
Î
Stergrepen er uit schroeven.
Î
Rugleuning van stoel in gewenste posi-
tie schuiven.
Î
Stervormige handgrepen aanspannen.
Waarschuwing
Vóór het openen van de vuilwatertank moet
de rugleuning van de stoel naar voren ge-
klapt worden.
Instructie
Voor een onmiddellijke buitenwerkingstel-
ling van alle functies de rode accustekker
uittrekken.
Om met het apparaat vertrouwd te raken,
de eerste rijpogingen op een open ruimte
ondernemen.
ƽ
Gevaar
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakte gecontroleerd worden.
Î
Zitpositie innemen.
Î
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
Î
Rijrichting selecteren.
Î
Gaspedaal licht induwen.
De rem moet hoorbaar ontgrendelen (het
controlelampje parkeerrem op het bedie-
ningspaneel dooft). Het apparaat moet op
een vlakte zacht beginnen te rollen. Indien
het pedaal losgelaten wordt, vergrendelt de
rem hoorbaar. Het apparaat moet buiten
werking gezet worden en de klantendienst
moet geraadpleegd wordt indien het bo-
vengenoemde niet geldt.
ƽ
Gevaar
Ongevalgevaar. Indien het apparaat geen
remwerking meer vertoont, moet als volgt
te werk worden gegaan:
Î
Indien het apparaat op een platform met
een helling van meer dan 2% bij het losla-
ten van het gaspedaal niet tot stilstand
komt, mag de accustekker om veiligheids-
redenen als nood-stop-functie pas gebruikt
worden als de reglementaire mechanische
functie van de parkeerrem bij elke vorige in-
bedrijfstelling van de machine gecontro-
leerd werd.
Î
Op oppervlakten met een helling van
minder dan 2% moet de accustekker in
elk geval uitgetrokken worden.
Î
Het apparaat moet bij het bereiken van
de stilstand (op een effen vlakte) buiten
werking gesteld worden en de klanten-
dienst moet geraadpleegd worden!
– Bijkomend moeten de onderhoudsin-
structies voor remmen in acht genomen
worden.
ƽ
Gevaar
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
Î
In rijrichting alleen hellingen tot 10% be-
rijden.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rijden.
Slipgevaar bij natte bodems.
Î
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Î
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Î
Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 10 % berijden.
Î
Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“
stellen.
Î
Rijrichting met de rijrichtingsschakelaar
op het bedieningspaneel instellen.
Î
Rijsnelheid bepalen door het bedienen
van het gaspedaal.
Î
Apparaat stoppen: Gaspedaal loslaten.
Instructie
De rijrichting kan ook tijdens de rit veran-
derd worden. Op die manier kunnen door
meermaal vooruit en achteruit te rijden ook
sterk vervuilde plaatsen gereinigd worden.
Bij overbelasting wordt de motor van de
wielaandrijving na een bepaalde tijd uitge-
schakeld. Op het display verschijnt een sto-
ringsmelding.
Bij oververhitting van de besturing wordt
het betrokken aggregaat uitgeschakeld.
Î
Apparaat gedurende minstens 15 minu-
ten laten afkoelen.
Î
Sleutelschakelaar op „0“ stellen.
Î
Kort wachten.
Î
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
Î
Ontgrendelingshendel aan het voorwiel
naar buiten trekken.
De rem is vrij en het apparaat kan gescho-
ven worden, zolang als de ontgrende-
lingshendel in deze stand vastgehouden
wordt.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor letsel. Bij uitgetrokken hendel
heeft het apparaat geen remwerking meer.
ṇ
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar. Alleen aanbevolen
reinigingsmiddelen gebruiken. In geval van
andere reinigingsmiddelen draagt de ex-
ploitant het verhoogde risico inzake be-
drijfsveiligheid en ongevallengevaar.
Alleen reinigingsmiddelen gebruiken die
vrij zijn van oplosmiddelen, zout- en vloei-
zuur.
Instructie
Geen sterk schuimend reinigingsmiddel
gebruiken.
Borstels monteren
Zuigbalk monteren
Rugleuning van stoel instellen
Werking
Parkeerrem controleren
Remmen
Rijden
Overbelasting
Apparaat verschuiven
Bedrijfsstoffen vullen
Reinigingsmiddel
64
NL