Nuttige tips, Nederlands – KITCHENAID ARTISAN 5KFPM770 User Manual
Page 21
20
Nederlands
Nuttige tips
1. Wanneer u ingrediënten snijdt en
toevoegt in de uiterst brede
vulopening, mag u de indicatielijn
voor de maximale vulling niet
overschrijden. Zo kan de stamper de
vergrendeling inschakelen en kan de
foodprocessor in werking blijven.
2. Verwerk nooit ingrediënten die zo
hard of zo bevroren zijn dat u er niet
met de punt van een scherp mes in
kunt prikken. Harde ingrediënten
kunnen het mes of de motor
beschadigen. Als een hard stuk
voedsel, zoals een wortel, vastgeklemd
raakt of vastzit op het mes, zet de
foodprocessor dan af en verwijder het
mes. Verwijder het voedsel dan
voorzichtig van het mes.
3. Vul de grote mengkom of de minikom
niet te veel. Voor dunne mengsels
mag u de grote mengkom voor
1
⁄
2
à
2
⁄
3
vullen; voor dikkere mengsels mag u
de grote mengkom tot
3
⁄
4
vullen. Voor
vloeistoffen mag u de grote mengkom
vullen tot het maximum dat op pagina
12 beschreven is. Als u ingrediënten
snijdt, mag de grote mengkom voor
niet meer dan
1
⁄
3
tot
1
⁄
2
gevuld zijn.
Gebruik de minikom voor maximum
237 ml (1 kopje) vloeistof of 63 g
(
1
⁄
2
kopje) vaste stoffen.
4. Plaats de schaafschijven zodanig dat
het snijdend vlak zich een heel klein
beetje rechts van de vulopening
bevindt. Op die manier kan het mes
volledig draaien voor het in aanraking
komt met het voedsel.
5. Om optimaal te kunnen profiteren van
de snelheid van de foodprocessor,
voert u de te snijden ingrediënten best
toe via de kleine vulopening terwijl de
foodprocessor aan staat.
6. De verschillende ingrediënten hebben
elk een zekere druk nodig om
optimaal geraspt of gehakt te worden.
Oefen in het algemeen een lichte druk
uit op zachte delicate ingrediënten
(zoals aardbeien, tomaten, enz.), een
matige druk op ingrediënten zoals
zucchini, aardappelen, enz., en een
hardere druk op harde ingrediënten
(zoals wortelen, appelen, harde kazen,
halfbevroren vlees, enz.).
7. Zachte en halfharde kazen kunnen
uitgesmeerd of uitgerold raken op de
raspschijf. Om dat te vermijden, raspt
u de kaas best als die goed koud is.
8. Bepaald dun, langwerpig voedsel,
zoals wortelen of selderij, valt om in
de vulopening, met
ongelijk gehakt
stukken als
resultaat. Om dat zo
veel mogelijk te
vermijden, snijdt u
het voedsel best in een aantal stukken
en doet u die stukken vervolgens in de
vulopening. De kleine vulopening in
de 2-delige stamper is bijzonder
handig om kleinere of smallere
ingrediënten te verwerken.
9. Wanneer u cake- of koekjesbeslag of
sodabrood (zonder gist maar met
zuiveringszout) maakt, gebruikt u
eerst het multifunctioneel mes om vet
en suiker te kloppen. Voeg de droge
ingrediënten als laatste toe. Leg noten
en fruit bovenop het bloemmengsel
om te voorkomen dat die teveel
gehakt zouden worden. Gebruik de
“Pulse”-knop om noten en fruit te
verwerken tot ze helemaal vermengd
zijn met de andere ingrediënten. Stop
tijdig.
10.Wanneer geraspt of gehakt voedsel
zich ophoopt aan één zijde van de
kom, zet de foodprocessor dan even
af om de stukjes weer uit te spreiden
met een spatel.
11.Wanneer het verwerkte voedsel tot
aan de onderkant van een schaaf- of
raspschijf komt, moet u dat voedsel
eerst uit de kom verwijderen.
12.Na het snijden of raspen kunnen er
een paar grotere stukken voedsel
overblijven bovenop de schijf. U kunt
die stukken indien gewenst met de
hand snijden en bij de door de
foodprocessor gehakt of geraspte
stukken voegen.
13.Probeer het werk met de
foodprocessor zodanig te organiseren
dat u de kom zo weinig mogelijk
hoeft schoon te maken. Verwerk eerst
droge of harde ingrediënten en dan
pas vloeibare ingrediënten.